Nieuws/ Zomer 2019

Europa

30 jaar na de Val van de Muur

Dit schreef ik bijna tien jaar geleden op de covertekst van de in het najaar van 2009 verschenen Atlas Landschap van de Koude Oorlog [1]:

“Koude Oorlog – een periode van ruim vier decennia waarin de tegenstellingen soms gevaarlijk op scherp kwamen te staan zonder dat dit tot een gewapende confrontatie op wereldschaal leidde. Een oorlog die uiteindelijk wonderbaarlijk onbloedig eindigde. Wellicht is het relatieve gemak dat ging er de oorzaak van dat deze periode vrij snel op de achtergrond raakte.Het communisme was een vergissing van de geschiedenis, thans was het einde van de geschiedenis aangebroken en werd het eeuwige, universele paradijs van de liberale democratie betreden.

  Twintig jaar na de Val van de Muur staat de Koude Oorlog opnieuw in de belangstelling. He neoliberale paradijs lijkt alweer verloren voordat het goed en wel is aangebroken. Een ongeremd ‘casinokapitalisme’ wekt verontwaardiging, en dat was al vóór de kredietcrisis van 2008 het geval.De vrije markt is niet meer in alle opzichten zo vanzelfsprekend, maar wat zijn de alternatieven? Heeft Amerika met zin interventies in het Nabije- en Midden-Oosten zijn hand overspeeld? Bovendien is de dreiging van een atoomoorlog beslist niet minder geworden.

 Het is in deze omstandigheden dat de Koude Oorlog weer de aandacht trekt . Thema’s rond vrede en veiligheid blijven onverminderd actueel, zij het onder veranderende sociaal-economische en politieke structuren en krachtsverhoudingen. En mogelijk biedt de ondramatische afloop van de Koude Oorlog de mentale ruimte de herinnering aan het tijdperk (zelf)kritischer tegemoet te treden dan in het geval van een ‘hete’ oorlog.”

 Dat schreef ik dus een kleine tien jaar geleden. Als we balans nu anno 2019 opmaken blijkt  de Koude Oorlog nog steeds zijn slagschaduwen vooruit te werpen, en dat is eerder sterker dan zwakker geworden, terwijl het besef van de grote betekenis van die periode voor hedendaagse ontwikkelingen in het collectieve bewustzijn steeds verder achter de einder is verdwenen.  Reden te meer om hier kort nader op die groeiende betekenis van die periode in te gaan.  Daarbij spits ik de kwestie hier toe op de betekenis  van de Koude Oorlog voor hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen in de Europese Unie.

=Speelbal Midden- en Oost-Europa

Laten we ons dan in dit verband allereerst richten op de consequenties  die de Koude Oorlog heeft gehad en nog steeds heeft voor Midden- en Oost-Europa, de landen van het zogeheten voormalige Warschaupakt. Landen die na ondergang van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie  en het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereldoorlog onderdeel gingen uitmaken van het door westerse landen als Groot Brittannië en Frankrijk  geregisseerde cordon sanitaire als buffer tegen het rode gevaar van de Sovjet Unie.  Daarbij was het westen eigenlijk alleen geïnteresseerd in de vraag of de regimes in Midden en Oost-Europa wel genoeg anti-Sovjet waren. Het democratisch gehalte was daarbij irrelevant; voor de sociaal-economische ontwikkeling  van die landen bestond al helemaal geen belangstelling. Na De Tweede Wereldoorlog, ten tijde van de Koude Oorlog, veranderde de situatie radicaal.  Midden- en Oost-Europa kwamen goeddeels in de ijzeren greep van de Sovjet Unie, waarbij de hele economie in Comecon-verband op de grote oosterbuur gedwongen werd. Na de Val van de Muur werden Midden- en Oost-Europa opnieuw speelbal, ditmaal  van een vanaf het begin van de jaren 90 als een zich bikkelhard zowel neo- als ordoliberaal manifesterende EU waarbij door de Europese politieke en economische elites rigoureus  gebroken werd met het ‘sociale contract’ met de werkende klassen  dat tot dan toe min of meer stilzwijgend gegolden had onder de druk van de dreiging die van het loutere bestaan van de Sovjet Unie uitging [2] . Die breuk met het sociale contract werd het eerst en hardst gevoeld werd in Midden- en Oost-Europa, waar werkloosheid en bestaasonzekerheid omhoog schoten, terwijl  de (vooral machine- en auto-)industrie zonder pardon door West-Europese (vooral West-Duitse) bedrijven overgenomen werd. De maatschappelijke ontwrichting die dit teweeg gebracht heeft werkt heden ten dage  nog steeds door. Midden- en Oost-Europa zijn een soort vrij wingewest voor het Noordwest-Europese bedrijfsleven geworden, als reactie daarop valt men daar terug op conservatief-nationalistische en autoritaire reflexen uit de periode van het cordon sanitaire en verfoeit men het recentere als traumatisch ervaren stalinistische verleden. Hoe verknipt kun je zijn – een compleet sub-werelddeel in de sociale en mentale kreukels…

=Het verdriet van Zuid-Europa

In Zuid Europa werd de breuk met het Europese sociale contract pas na de kredietcrisis van 2008 in de volle breedte en diepte voelbaar. Het gaat hier dan met name om landen die in de laatste, extra felle fase van de Koude Oorlog heel bewust in de EEG – de voorloper van de EU – getrokken werden,  niet zozeer om economische, maar vooral om geopolitieke redenen – uit angst voor het communistische gevaar. Landen die in een eerder stadium politiek gedestabiliseerd geraakt waren en daardoor vatbaar konden worden voor sociaal politieke experimenten: Griekenland, in 1974 bevrijd van het kolonelsregime, trad in1982 toe tot de EEG; Portugal werd met de Anjerrevolutie van 1974  bevrijd van het Caetano-regime en trad in 1986 toe tot de EEG nadat onder druk van diezelfde EEG de tijdens de Anjerrevolutie opgebouwde landbouwcoöperaties eerst vakkundig om zeep waren gebracht; Spanje trad na de dood van Franco in 1975 ook in 1986 tot de EEG toe.

Hoe het Zuidelijk Europa vergaan is na de krediet- en vervolgens de euro- en Griekenlandcrisis is maar al te bekend. Hoe Griekenland op zeer hardvochtige wijze  door het duo Schäuble-Dijsselbloem op de knieën gedwongen werd, hoe als reactie daarop de rest van Zuid-Europa eieren voor zijn geld  koos, met uitzondering van Portugal dat zich echter sociaal-economisch inmiddels sterk afhankelijk heeft gemaakt van Chinees krediet.  Over de hele linie is voor Zuid-Europa is de balans uitgesproken negatief. Zo is zelfs ten tijde van de huidige hoogconjunctuur de werkloosheid nog steeds buitenproportioneel hoog, vooral onder de jeugd. Vooral het lot van Italië ziet er heel onheilspellend uit  – met een economie die de laatste tijd versneld naar beneden keldert en een coalitie tussen Lega en Vijf Sterren die op springen staat. Het is bij dit alles overigens de vraag of het lidmaatschap van de monetaire unie die plaatsvond in het kielzog van de toetreding tot de EEG/EU in de laatste, verscherpte fase van de Koude Oorlog als een vloek of een zegen moet worden beschouwd. Potentieel als een zegen alleen als de democratische zeggenschap en controle over de monetaire unie en haar bank eindelijk eens naar behoren geregeld worden – om te beginnen  met een eigen parlement voor de eurozone, met een eigen substantiële begroting én met de nodige greep op de ECB, iets waarvoor ik al eerder  in navolging van onder anderen Thomas Piketty in deze kolommen pleitte [3]. Maar dat is natuurlijk niet meer dan een allereerste begin. Het wachten is op een krachtige buitenparlementaire transnationale en transsectoriële Europese beweging van onderop.

=====nieuw op de site: =====================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

.PU  Moerasdraak bespeelt waterwolf Ontwerpverkenning naar kansen voor gebiedsontwikkeling in de Beerse Maas (samen met Arjan Nienhuis en Pieter Veen, Zaltbommel 2019).

NOTEN

[1]

Arjan Nienhuis, Maarten Peters, Steven van Schuppen e.a.,  Atlas Landschap van de Koude Oorlog  Den Haag 2009

[2]

Deze visie op de teloorgang van een dergelijk  ‘sociaal contract’ werd ontwikkeld door ondermeer Etienne Balibar > zie diens lezing Meer dan ooit – voor een ander Europa Tien stellingen uit  2015, later opgenomen in diens bundel  Voor een ander Europa Essays, lezingen, stellingen Amsterdam 2019, blz. 197-198

[3]

Zie eerder onder de knop ‘Nieuws’ op www.stevenvanschuppen.nl , ondermeer:  De Europese dimensie van de Franse woede [Winter 1018/2019] en Een eigen parlement voor de Euro-zone?  [Lente 2017]  Zie ook:
Stephanie Hennette, Thomas Piketty e.a. Naar een democratischer Europa – Voorstel voor een nieuw verdrag Amsterdam [De Bezige Bij] 2017. Daarin  wordt met name gepleit voor de instelling van een eigen parlement voor de eurozone, mét de nodige bevoegdheden.