Categoriearchief: Dubbelkrimp

Europese democratie in de mangel tussen natiestaat en kapitaal

Nieuws/ Lente 2014

==Overdenkingen bij de komende Europese verkiezingen==Europese democratie in de mangel tussen natiestaat en  kapitaal

De [on?]mogelijkheid van een Europese democratische politieke praktijk in het tijdperk van High Frequency Trading

De Duitse journalist en essayist Frank Schirrmacher, één van de hoofdredacteuren van de Frankfurter Allgemeine Zeitung [FAZ], ontdekte in zijn vorig jaar verschenen Ego – Das Spiel des Lebens [München 2013] dat de wortels van het antidemocratische karakter van het neoliberalisme direct teruggaan op de Koude Oorlog. De wis- en natuurkundigen die in de Koude Oorlog carrière maakten met de theorie van het afschrikkingsevenwicht die op hun beurt gebaseerd waren op speltheoretische inzichten vonden na de Val van de Muur emplooi in de financiële sector met de toepassing van de speltheorie op de hedendaagse digitale financiële handel met zijn periodieke flash cracks. Hiermee dringen de neoliberale ideologie en praktijk door tot in de kleinste haarvaten van de maatschappij van de macroeconomie via de microeconomie in de politiek en nog dieper. De Koude Oorlog is teruggekeerd in de vorm van een digitale, soms nauwelijks beheersbare oorlog waarbij de samenleving de oorlog aan zichzelf verklaard heeft en die nog slechts de schijn van rationaliteit ophoudt. Het is in deze cyberwereld waar de (financiële) handelsstrijd gestreden wordt door computers die op hun beurt weer andere computers aansturen maar zeer de vraag of plechtig geformuleerde constituties en ingenieus geconstrueerde wetten hier enig democratisch tegenwicht van belang kunnen bieden. Neem bijvoorbeeld de gang van zaken rond het voorstel voor een Europese belasting op financiële transacties [die daarmee ook geregistreerd en dus gecontroleerd moeten worden en daardoor vertraagd kunnen worden]. Maar elf van de zeventien euro-landen willen meedoen; gas- en belastingrotonde is Nederland is hier zoals gebruikelijk een schaamteloze spelbreker. Als zelfs zoiets al niet lukt, wat kun je dan nog überhaupt van ‘Brussel’ verwachten?

De ironie van het geval wil dat de neoliberale wortels van de EU nog verder teruggaan dan de Koude Oorlog. In de recente discussie tussen liberalen [VVD], sociaaldemocraten [PvdA] en socialisten [SP] over zin en onzin van het gebruik van het begrip antiliberalisme wijst PvdA-ideoloog Paul Kalma er fijntjes op dat de geestelijk vader van het neoliberalisme, Friedrich von Hayek, al vóór de Tweede Wereldoorlog een federatie van Europese natiestaten bepleitte als probaat middel om de invloed van de die staten op het economisch verkeer te verkleinen. Maar dan moest het wel een federatie zijn die juist iedere democratische macht ontbeerde [zie Aukje van Roessel, Hekserij. In: De Groene Amsterdammer, 20 maart 2014]. Des te merkwaardiger is het dat de sociaaldemocratie in haar denken over Europese politiek de huidige politieke onmacht van de EU ten aanzien markt en kapitaal niet als centraal thema voor nadere discussie en analyse neemt. En dat geldt niet alleen voor de sociaal democratie maar ook voor de Groenen in Europees verband. Men put zich uit in bezweringsformules dat Europa ‘socialer’ moet worden, de Groenen voegen daar dan de ecologie bij, maar nergens wordt serieus de vraag gesteld of ‘Europa’ in zijn huidige staat überhaupt wel bij machte is tot een doeltreffende socialere en groenere koers. Ook de sociaaldemocraat Martin Schulz, voorzitter van het Europees parlement en gedoodverfd opvolger van Barroso als voorzitter van de Europese Commissie, gaat niet in op de kwestie van de onmacht van de EU ten opzichte van de markt in zijn overigens zeer waardevolle artikel over de keerzijden van de digitale revolutie in de FAZ [6-2-14], een stuk dat in die krant een interessante discussie heeft los gemaakt. De partijen in sociaal opzicht links van de sociaaldemocraten lijden weer aan een andere kwaal. Zij staan veel kritischer ten aanzien van ‘Europa’ en ‘Brussel’ maar hebben de neiging in een defensieve reflex terug te vluchten in de schijnveiligheid van de eigen natiestaat, zoals de SP in Nederland.
Beide oriëntaties missen de urgentie van een analyse van het vermogen/ onvermogen van een verenigd Europa greep te krijgen op de grillen van markt en kapitaal en daar een sociale en democratisch controleerbare tegenmacht tegen te vormen. In een dergelijke analyse zouden de volgende vijf gedachtelijnen centraal moeten staan.

1>>De veranderende economische positie van Europa in de wereld
In het vierentwintigste hoofdstuk van Das Kapital over de zogeheten de oorspronkelijke accumulatie van het kapitaal werkte Marx de gedachte uit dat de basis van de opeenhoping van rijkdom en economische macht in Europa gebaseerd is op regelrechte roof en plundering van de wereld buiten Europa sinds de koloniale veroveringen. Een half millennium concentreerde de rijkdom, de macht en het mondiale initiatief zich in Europa, totdat in de 20e eeuw de VS langzij kwamen. De 21e eeuw lijkt de eeuw van Azië te worden. Het Avondland, zelf betrekkelijk bescheiden begiftigd met grondstoffen, staat er in deze eeuw wat dit betreft inmiddels tamelijk alleen voor. Hoe zou Europa in deze situatie in staat kunnen zijn om tegelijk een breuk met en een continuering van de eigen geschiedenis te bewerkstelligen? Een breuk met de oorspronkelijke accumulatie, met het leegplunderen van andere werelddelen door een duurzame economie op te bouwen die primair put uit eigen natuurlijke hulpbronnen en minder afhankelijk wordt van grondstoffen van buiten. Continuering en versterking van de voortrekkersrol op duurzaamheidsgebied die Europa nu al mondiaal levert en continuering van de technologische én sociaal-culturele ‘ingenieurstraditie’ van het oude werelddeel.

2>>De toenemende rol van de stad in de economie en het bestuur van Europa
Vanaf het begin van onze eeuw loopt de omvang van de Europese bevolking allengs terug. Maar niet overal even sterk. In het oosten sterker dan in het westen, op het platteland sterker dan in de stad. De steden hebben in tijden van krimp vaak juist de neiging te gaan groeien, en dat in een Europa dat al zo sterk verstedelijkt is. Niet de tegenstelling noord-zuid maar die tussen stad en platteland zou wel eens dominant kunnen worden in het Europa van de 21e eeuw. Verstedelijking vormde in het verleden de basis voor economie en bestuur. Stadslucht maakt vrij, de Europese stad werd de motor van handel en nijverheid en vormde het toneel voor een dynamische politieke cultuur. Economische en demografische groei en industriële revolutie noopten vanaf de late 18e eeuw tot staatkundige schaalvergroting met de nationale markt als de economische basis en de moderne natiestaat als bestuurlijk fundament. Aan het begin van de 21e eeuw staat Europa voor een volgende schaalsprong, een federatief Europa. Maar wil ons werelddeel zich in deze sprong niet verliezen en daarbij de speelbal worden van de grillen en luimen van de wereldmarkt, dan zal het een even levensvatbare als democratische nieuwe politieke structuur moeten weten te ontwikkelen. Een structuur die aansluit op de dynamiek van de stedelijke netwerken van de 21e eeuw door deze als basis te nemen voor het middenbestuur van een Europese federatie. Zo’n structuur zou stedelijke agglomeraties aan weerszijden van landsgrenzen de broodnodige mogelijkheid kunnen bieden op eigen initiatief coalities te sluiten. Zo’n structuur kan de overmacht van de grote lidstaten doorbreken ten opzichte van bepaalde kleinere maar veel sterker verstedelijkte landen. Zo’n structuur zou de betrokkenheid van het leeuwendeel van de Europese burgers bij het bestuur kunnen vergroten en zo het democratisch draagvlak voor een veerkrachtig sociaal beleid kunnen creëren en de basis kunnen leggen voor een doeltreffende politieke strategie in de strijd tegen flitskapitaal en economisch cybercasinogedrag.

3>>Een veerkrachtig en sociaal Europa: op zoek naar kritische massa en functionele samenhang
Maar voor een veerkrachtig en sociaal Europa is nog wel meer nodig dan een vitale stedelijke economie en politieke cultuur. Het gaat om een minimum aan economische massa om greep te kunnen krijgen en houden op de grillen van het flitskapitaal. Europa heeft inmiddels wel de nodige massa, maar ontbeert nog de nodige samenhang – de ECB is bijvoorbeeld nog lang geen ‘Fed’. Om die samenhang te kunnen krijgen en vervolgens te kunnen vasthouden moet de zaak ook niet te ver uit zijn krachten groeien. Daarbij zijn niet alleen macro-economische overeenkomsten tussen regio’s op het gebied van bijvoorbeeld arbeidsproductiviteit van belang maar ook en vooral de mate van interconnectiviteit tussen regio’s en stedelijke agglomeraties en de manier waarop zij daarbij elkaar door hun relatieve specialisaties kunnen aanvullen. Er lijkt meer en meer een soort Europese Randstad in het groot te ontstaan waar elke cluster van stedelijke agglomeraties goed is voor een onmisbaar specialisme binnen het geheel van deze ‘EURandstad’ . Laat die EURandstad geografisch nu net samenvallen met het ‘Europa van de stadsstaten’ dat zich in de late middeleeuwen uitstrekte van de stedenlandschappen van de Hanze en de Lage Landen in het noorden tot en met het stedenlandschap van Noord- en Midden-Italië in het zuiden. Die stedelijke motor tussen Amsterdam en Florence, tussen Eindhoven en Milaan, draait beter dan ooit en kan met de nodige tussentijdse koerswendingen en reparaties nog meer dan een volle 21e eeuw mee.

—————————————————————————————————— Contouren van een ‘EURandstad’ De EURandstad bestaat op zijn minst uit de volgende clusters van stedelijke agglomeraties: a>BRAR/ ABC-stad: Brabant[Brainport Eindhoven] – Rotterdam – Antwerpen – Ruhrgebied en daar omheen Amsterdam – Brussel – Cologne] b>Frankfurt – Straatsburg [-Parijs] – Luxemburg c>Turijn/Milaan – Zürich /Basel – München d>Wenen – Boedapest e>Berlijn- Silezië – Krakow – Warschau f>de Noordoostelijke Europese Corridor: [Groningen -] Bremen – Hamburg – Kopenhagen/ Malmö

4>>De praktijk van de EU als instrument voor de groeiende neoliberalisering van het werelddeel
De kwestie tussen EU en markt & kapitaal betreft niet alleen de vraag hoe de EU haar greep kan krijgen op markt en kapitaal maar ook de vraag hoe de EU zelf als instrument voor neoliberalisering opereert en hoe dat dan te veranderen is. De openbreking van de barrières voor de zowel in- als externe markt is sinds de Val van de Muur in een stroomversnelling geraakt. Het is opvallend dat in de Europese Commissie de voor deze economische marktagenda relevante portefeuilles steeds in handen van liberale politici waren, met Frits Bolkestein en nu Neelie Kroes als boegbeelden. Bij het openbreken van marktbarrières in de nieuwe Oost-Europese lidstaten werd de afgelopen kwart eeuw een waar sociaal bloedbad aangericht dat in de Nederlandse media nagenoeg onopgemerkt bleef. Zo hebben de openlegging van het Roemeense platteland voor het internationale kapitaal en de overname van het platteland door dat kapitaal dermate radicale consequenties voor de vaak nog op subsistence-niveau verkerende lokale economie dat de natste dromen van wijlen Nicolae Ceaucescu alsnog verwezenlijkt lijken te worden [zie o.m. Pierre Sochon, Evangélistes de Bruxelles dans les campagnes roumaines. In: Le Monde diplomatique, februari 2014]. In alle landen van het voormalige Oostblok heeft een dramatische inkomensdaling van het gros van de bevolking plaats gegrepen. Alleen die landen die binnen de geo-economische actieradius van de EURandstad [maar buiten de Eurozone bleven] als Polen en Tsjechië zijn er weer boven op gekomen en doen het nu economisch goed [zie o.m. : Laila Porras,Inégalités de revenues et pauvreté dans la transition post-socialiste. Parijs [L’Harmattan] 2013]. Op een vergelijkbare manier worden de Zuid-Europese landen sinds de kredietcrisis van 2008 ten bate van kapitaal van buiten veroverd waarbij onder EU-druk barrière na barrière geslecht wordt. Maar een dergelijke brutale privatiserings- en vermarktingspolitiek heeft zo zijn slagschaduwzijden , niet alleen sociaal maar ook [geo-]economisch. Een te sterke commerciële Europese expansiedrift kan de cohesie en de slagkracht van een EURandstad lelijk bedreigen. Zo hebben de Europese commerciële avances in de richting van de Oekraïne [in de vorm van het economisch deel van het voorgestelde associatieverdrag] tot een riskante botsing met de Russische invloedssfeer geleid. De gevolgen daarvan zouden wel eens dubbel negatief kunnen uitpakken. De EU zou door de ontstane situatie wel eens gedwongen worden zich sociaaleconomisch meer gelegen te laten liggen aan de Oekraïne dan haar eigenlijk lief is. Bovendien maakt het conflict met Rusland de grote afhankelijkheid van Europa op energiegebied opeens voor iedereen pijnlijk duidelijk. Voor de gewenste energetische rugdekking verlangen de US waarschijnlijk als tegenprestatie de nodige Europese concessies in de onderhandelingen over het TTIP, het transatlantische handels- en investeringsverdrag, die nu volop gaande zijn. Landen die sterke positie hebben op het gebied van buiten-Europese export als Duitsland en Nederland zullen met dergelijke concessies betrekkelijk weinig moeite hebben, maar bij andere landen kan dat heel anders liggen. Genoeg binnen-Europese conflictstof dus. Inzet zou daarbij moeten zijn om naast de sociale Europese agenda de ecologische zeker niet te vergeten. Een op duurzaamheid gerichte Europese energiepolitiek is de beste garantie op de economische zelfstandigheid van ons werelddeel op de lange termijn.

5>>Kansen op en problemen bij mobilisatie voor een sociaal, duurzaam en veerkrachtig Europa
Mobilisatie voor een sociaal, duurzaam en veerkrachtig Europa in bovengeschetste zin is een even lastig over voetlicht te brengen als urgente opgave , zeker in Nederland. Nu het bankgeheim in Luxemburg en Oostenrijk onder EU-druk is opgeheven, zullen binnenkort in de verdere fiscale en economische harmonisering van de EU schaamteloze ‘belastingrotondes’ onvermijdelijk voor de bijl gaan, het ‘steenrijke Holland’ voorop. De inkomstenderving die dat ongetwijfeld met zich mee brengt zal ‘Europa’ er hier niet populairder op maken. In het debat binnen Nederland over het TTIP zal op het moment dat de onderhandelingen echt op scherp komen te staan de in ons land zo sterke exportlobby zeker de trom gaan roeren ten gunste van een uitgesproken neoliberale versie van het verdrag naar Angelsaksische snit. De opgave is hier de Nederlandse bevolking duidelijk te maken dat op de langere termijn vanuit sociaal en ecologisch oogpunt een Europa-loyale benadering verreweg het meest in haar belang is,maar dan wel vanuit een kritische invalshoek die beduidend meer politieke en economische bewegingsruimte biedt voor grensoverschrijdende stedelijke netwerken dan nu het geval is. In het Nederlandse geval is daarbij een verdere ontwikkeling van de BRAR-stad en van de Noord-Europese as Groningen-Hamburg-Kopenhagen aan de orde. De kansen om de BRAR-stad in het debat beter over het voetlicht te krijgen groeien met de dag: de hype over Brainport Eindhoven en zijn betekenis voor de hele driehoek van Randstad Holland, Vlaamse Ruit en Rhein-Ruhr is zo langzamerhand een vast onderwerp op de nationale ruimtelijke en economische agenda. Nu zorgen dat het thema ook een vaste plaats krijgt op de Europese politieke agenda. De relatie van de as Assen-Groningen-Eemshaven met Bremen en Hamburg leeft in de regio al wel , maar wordt op dit moment overschaduwd door de aardbevingenkwestie in Groningen. Op termijn kan echter tegen de achtergrond van die perikelen heel goed het perspectief ontstaan op een oriëntatie op Noord Duitsland in een breder verband dan de huidige Euregio – economisch, sociaal, cultureel en politiek.

==nieuw op de site ===========================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

  • PU Waterkracht – water als bron van economie in: Groen, vakblad voor ruimte in stad en landschap, maart 2014 [samen met Bart Bomas, Arjan Nienhuis en Durk de Vries]

Bedreigde democratie?

Nieuws / Herfst 2013

Bedreigde democratie?

>maar door wat en wie bedreigd?
>en over wat voor democratie hebben we het dan?

Al ruim tien jaar lang heet het dat de democratie bedreigd wordt. Na ‘nine eleven 2001’ was het eerst het moslimfundamentalisme dat het allergrootste gevaar voor de democratische rechtsstaat zou vormen. Na de kredietcrisis van 2007/2008 lijkt de levensgevaarlijke muzelman echter meer en meer verdrongen te worden door het spook van het neoliberalisme. Dat is althans het geval in de ons omringende landen op het Europese continent, in het ene land in sterkere mate dan in het andere. Nederland vormt daarop een uitzondering – het discours over crisis en democratie vormt hier veel meer gelijkenis met dat van de Britten en de Amerikanen. Hier verkeert men veel sterker in neoliberale sferen. Misschien zou het daarom geen kwaad kunnen ons oor ook eens wat vaker te luisteren te leggen bij de buren, bij de oosterburen bijvoorbeeld. Niet zozeer om de geijkte litanieën over het neoliberalisme aan te horen, maar door op zoek te gaan naar diegenen die een zinvol verband kunnen leggen tussen [neo]liberalisme, de informaticarevolutie en de uitwerking daarvan op democratie. De Duitse journalist en publicist Frank Schirrmacher heeft in dit opzicht het nodige te melden. In een artikel even na de Bundestagwahlen in de Frankfurter Allgemeine Zeitung [FAZ] van 26-09-13 onder de titel Was die SPD verschläft poneert hij dat de sociaaldemocratie nog onvoldoende in de gaten heeft dat er een tweede industriële revolutie plaats grijpt, die van de informatica. Een tweede revolutie die zich beduidend sneller afspeelt dan de eerste revolutie van de stoommachine. Die tweede revolutie van de denkmachine grijpt bovendien veel breder en dieper in op de maatschappij, en dan met name en direct in het democratische gehalte van de samenleving. De informatiesystemen verlenen zeer weinigen een macht over een welhaast absoluut geheugen. Tot die zeer weinigen behoren niet alleen informatica- en financiële reuzen [daar is Schirrmacher in zijn dit jaar verschenen boek Ego diepgaand op in gegaan], maar ook de nationale staten, de VS voorop met de NSA-affaire als meest recente voorbeeld. Het is deze machtsincongruentie op informatievlak die de grootste bedreiging vormt voor de democratie. Het grootste gevaar schuilt bij dit alles niet zozeer in James Bond-achtige spionagemonopolies, maar in het feit dat gewoon dezelfde logica, methodes, systemen formules gehanteerd worden die wij in ons alledaagse leven en werken zelf ook gebruiken. Juist daardoor zijn we zo kwetsbaar. Dit is een thema dat niet in de laatste plaats in Europees verband benaderd moet worden. Een nieuw te vormen Duitse regering zal zeker oog hebben voor dit thema, Schirrmacher moet echter constateren dat Frankrijk en Engeland het probleem helaas lijken te negeren – we zouden Nederland zonder problemen aan dit lijstje kunnen toevoegen. Frankrijk lijkt zich naar aanleiding van de laatste onthullingen van Amerikaanse spionagepraktijken het probleem langzamerhand te realiseren, maar of de Frankrijk zich nu als een rebelse ‘Asterix van de bid data’ zal gaan ontpoppen, zoals de FAZ suggereert in haar hoofdredactioneel van 23 oktober, is nog maar zeer de vraag. daarvoor lijkt de Franse staat zelf veel te veel boter op het informaticahoofd te hebben.
Het zou in Schirrmachers visie juist de opgave van de politiek moeten zijn, Europees en nationaal, om dergelijke thema’s als de groeiende machtsincongruentie door de ‘big data’ op de agenda te plaatsen. Thema’s die voor de langere termijn spelen en waar in de waan van de daag geen politieke markt voor bestaat. Maar het is echter zeer de vraag of de bestaande politiek daar überhaupt in staat moet worden geacht. Reageert het bestaande politieke ‘bedrijf’ immers niet evenzeer als het bedrijfsleven hoofdzakelijk op de koortsbarometer van de markt, of dat nu een politieke, electorale of economische markt is? Om op de manier die Schirrmacher bepleit consequent systeemkritisch te kunnen opereren is een heel ander soort democratische praktijk nodig die veel verder gaat dan de bestaande vertegenwoordigende parlementaire democratie. Een praktijk waarin zelforganisatie van burgers en contestatie de centrale bestanddelen vormen.
Dergelijke fundamentele artikelen en studies als die van Schirrmacher [een van de hoofdredacteuren van de FAZ] worden in de Nederlandse pers node gemist. Ik zie een Martin Sommer of Marc Chavannes er nog niet toe in staat. In het hele maatschappelijke en wetenschappelijke debat blijft de relatie tussen democratie en markt in het Nederlandse taalgebied overigens nagenoeg onderbelicht. Een enkele uitzondering daarop is in Vlaanderen te vinden, neem bijvoorbeeld het dit jaar verschenen Een paradijs waait uit de storm. Over markt, democratie, en verzet van de jonge Leuvense historicus en politiek filosoof Thomas Decreus, dat ik in mijn in oktober verschenen essay in De Gids heb besproken [zie onder].

Dit najaar ben ik begonnen met het project De Grote Volksverhuizing – de Atlantikwall. De basis word gevormd door onderzoek naar de gevolgen van de aanleg van de Atlantikwall aan de Nederlandse kust. Denk daarbij aan sloop van dorpen en stadsdelen en onderwaterzettingen van het achterliggende land en de evacuaties die daarmee gepaard gingen. Niet alleen de kustgebieden worden onderzocht, maar ook de gebieden verder landinwaarts waar de evacués onderdak vonden. Ik doe dit project samen met o.m. de Cultuurcompagnie Noord Holland [Alkmaar] en Mellink concepten en projecten [Den Haag]. Nadere informatie hierover zie het artikel dat ik voor het septembernummer van Holland, het historisch tijdschrift schreef [zie onder].
Eind oktober voltooide ik samen met Arjan Nienhuis, Bart Bomas en Durk de Vries de studie Waterkracht Utrecht < > Den Bosch – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor water+stad+land [zie onder]. Nog onder handen is Het water, de stad en de energie – biografie van de Nieuw[st]e Waterweg. Andere projecten op het raakvlak van waterdynamiek, demografische krimp en economische ontwikkeling zijn in voorbereiding.
Voor het eerste halfjaar van 2014 staat een onderdeel van het project Democratie als permanente strijd[zie onder de knop Geschiedenis Toekomst op deze site] op de agenda dat gewijd is aan de Europese democratie [of het gebrek daaraan] in de aanloop naar de Europese verkiezingen in mei volgend jaar. Samenwerking met [een] instelling[en] in Brussel ligt daarbij in de rede. Er bestaan overigens ideeën het hele democratieproject geografisch te verbreden naar op zijn minst Vlaanderen – dat zou het geheel ook een verdere inhoudelijke verdieping kunnen geven. De periode van de Eerste Wereldoorlog komt de komende jaren extra in de belangstelling. In het kader van hun onderlinge culturele samenwerking willen Vlaanderen en Nederland op dit thema meer samen gaan doen. De jaren 1914-1918 waren niet alleen jaren van oorlog, maar ook van democratie en revolutie. In zowel België als Nederland kwam toen het algemeen kiesrecht tot stand. De revolutie was op de achtergrond steeds aanwezig, maar bracht het in de Lage Landen niet verder dan een mislukte poging.

==nieuw op de site ===========================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

  • PU Waterkracht Utrecht < > Den Bosch – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor water+stad+land Zaltbommel / Den Haag november 2013 [samen met Arjan Nienhuis, Bart Bomas en Durk de Vries]

>onder de knop Geschiedenis Toekomst:

  • PU Democratie, gelijkheid en markt in: De Gids oktober 2013
  • PU De grote volksverhuizing. Effecten van de aanleg van de Atlantikwall in: Holland, historisch Tijdschrift, 45ste jaarjang nr. 2/ september 2013

Het water, de stad en de energie

Nieuws/ Lente 2013

Het water, de stad en de energie

Energie – dat kunnen we wel gebruiken in dit voorjaar dat metereologisch maar niet op gang wil komen. Dat lijkt zijn weerslag te hebben op het water en de stad, althans hier in de zuidwestelijke flank van Randstad, de agglomeratie van Rotterdam en Den Haag samen. In Rotterdam zijn er vorig nauwelijks geen mensen bij gekomen, in beide steden zijn in hetzelfde jaar nog nooit zoveel mensen naar andere delen van het land vertrokken. Met het water lijkt ook het nodige aan de hand. Nee, geen overstromingen, wel de laatste jaren wel ieder jaar opmerkelijke pieken en dalen.

Het water, de stad en de energie – dat is de naam van het project waar ik samen met Arjan Nienhuis nu hard mee bezig ben, met als ondertitel Biografie van Nieuw[ste] Waterweg. Recentelijk is aan deze website de tekst met het beeldmateriaal toegevoegd van een gastcollege dat ik op 21 maart gaf op de Rotterdamse Academie van bouwkunst. In het tweede deel na de pauze wordt al een tipje opgelicht van het onderzoek naar het water, de stad en de energie.

==nieuw op de site ===========================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

Dubbelkrimp in de Lage Landen

Nieuws / winter 2013

Dubbelkrimp in de Lage Landen

Zes jaar geleden, eind december 2006, kwam de website www.dubbelkrimp.nl in de lucht. Twee jaar eerder, in juni 2004, had ik met Jan Dirk Dorrepaal in de NRC het artikel Ga uit krimpscenario’sgeschreven. Het concept van de zogeheten Dubbelkrimp houdt in dat de komende eeuw gelijktijdig twee vormen van krimp optreden: krimp van de bevolking en krimp van het land. Niet op elk stuk land kan niet meer alles ondergebracht worden – onder invloed van de klimaatswijziging moeten we veel meer ruimte gaan geven aan de grillen van het water. Een langzame afname van de omvang van de bevolking maakt het alleen maar makkelijker om het water te nodige ruimte te geven. Maar die ruimte moet dan wel gegeven worden. Op die benadering moet nu al voorgesorteerd worden, al was het alleen maar in de vorm van ruimtelijke reserveringen om te voorkomen dat bepaalde plekken alsnog dichtgemetseld worden daar waar dat in de toekomst echt niet meer handig is.
Langzaam, schoorvoetend, mede onder de druk van de economische crisis, krijgt Dubbelkrimp een zekere erkenning. Het komende halfjaar [2013] staat bij mij in het teken van Dubbelkrimp-onderzoek. Samen met Arjan Nienhuis ben ik bezig met twee onderzoeksprojecten die financieel ondersteund worden door het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie [voorheen: voor de Architectuur]. Beide projecten richten zich op gebieden in de waterrijke Lage Landen. Het eerste project Waterkracht – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor stad+land+land van Utrecht t/m Den Bosch [dat behalve met Arjan uitgevoerd wordt samen met de jonge ontwerpers Bart Bomas en Durk de Vries] zoomt in op de zuidoostelijke flank van de Randstad en het aangrenzende noordoosten van Brabant. Er lijkt zich een economische zwaartepuntsverschuiving naar deze contreien af te tekenen. Tegelijk zou de klimaatswijziging kunnen leiden tot steeds wildere luimen van het water in het tussen Utrecht en Den Bosch gelegen rivierengebied. Hoe deze luimen van het water hier de nodige ruimte te geven? is hier de centrale vraag. Hoe kan zo’n steeds ‘waterdynamischer’ gebied in de toekomst het nodige [extra?] opleveren op het gebied van voedsel- en energieproductie? En hoe is dat te combineren met ver- en onstedelijking – en dan vooral met het oog op het laatste: waar kan/ moet op termijn gesloopt worden? Eén van de opties is deBeerse Overlaat weer in ere herstellen, de vroegere loop van de Maas door het noordoosten van Noord Brabant in natte jaargetijden. Zal de geduchte vestingstad Den Bosch uit de Tachtigjarige Oorlog in de toekomst zijn eretitel Moerasdraak weer met verve kunnen voeren?
Het tweede project Biografie van de Nieuw[st]e Waterweg zoomt in op de zuidwestelijke flank van de Randstad waar zich al de eerste tekenen van demografische krimp aftekenen. Om de veiligheid van de Randstad te beter te kunnen garanderen en de verzilting in het achterland beter tegen te kunnen gaan heeft de nieuwe Deltacommissie diverse opties in overweging genomen. Eén van de – tot op heden onderbelichte en op zijn gevolgen nauwelijks onderzochte – opties behelst een blijvende afsluiting van de Rijnmond. Een stuk betrouwbaarder dan de tijdelijk afsluitbare stormvloedkering die nu in de Nieuwe Waterweg ligt. Het Groene Hart zou bij deze optie ook veel beter zoet gehouden kunnen worden, immers rijkelijk gevoed door de aanvoer van rivierwater. Het scheepvaartvervoer naar het achterland zou afgewikkeld kunnen worden via Hartel-/Calandkanaal Oude Maas en Drechtsteden. Een en ander zou niet alleen op zijn hydrografische en verkeerslogistieke consequenties onderzocht moeten worden maar ook op de gevolgen voor mogelijke ver-/ontstedelijking. In deze krimpregio in wording lijken die ontstedelijking en de verschuivingen in stedelijke patronen die daaruit kunnen voortvloeien nog een veel belangrijkere rol te gaan spelen dan in de zone Utrecht – Den Bosch.
Biografie van de Nieuwste Waterweg behelst een eerste onderzoeksverkenning die moet leiden tot een meerjarig vervolgproject waarbij diverse partners betrokken worden.

In het tweede halfjaar van 2013 zal ik mijn aandacht waarschijnlijk ook gaan richten op Beloftes en dilemma’s van democratische vernieuwing. Het conceptrapport met deze titel [i.o.v. het Haags Historisch Museum] dat ik eind december 2012 afrondde bevat een meerjarenprogramma rond dit thema. IJs en weder dienende kunnen de eerste ‘democratieprojecten’ zich in de tweede helft van 2013 en de eerste helft van 2014 gaan afspelen. Eén van de aspecten die daarbij aan bod kunnen komen is het aspect van de [problematische] Europese democratie. Het in deze nieuwsbrief opgenomen artikel Europa als Randstad in het groot, deel 1: Buitenbeentje Londen drijft steeds verder af [onder knop Ne3land] is als een voorschot op de discussie daarover te lezen.

In het tweede halfjaar van 2013 hoop ik inmiddels – opnieuw ijs en weder dienende – volop bezig te zijn met het project De Grote Volksverhuizing. Hierin wordt de ‘collateral damage’ van de aanleg van de Atlantikwall langs de hele Nederlands kust onderzocht: evacuatie, sloop, inundatie en de wederopbouw nadien [i.s.m. o.m. Mellink concepts & projects en de Cultuurcompagnie Noord Holland]. Mijn aandacht zal zich niet in de laatste plaats richten op de inundaties en de gevolgen daarvan op landschap en samenleving in Schouwen-Duiveland. Daarbij wordt ook een vergelijking getrokken met Walcheren, waarover ik al eerder berichtte in het artikel Berusting in en verzet tegen de Atlantikwall op Walcheren in de vorige editie van deze nieuwsbrief [onder de knop Geschiedenis Toekomst].

==nieuw op de site ===========================================================
nieuwe artikelen:

>onder de knop Dubbelkrimp:

>onder de knop Ne3land:

>onder de knop Geschiedenis Toekomst:

  • PU De vinder weende van verwondering in: De Gids december 2012

Contestatie – zelfcontestatie

Nieuws/ herfst 2012

Contestatie – zelfcontestatie

De rode draad die door deze website loopt is de contestatie: de fundamentele betwisting van uitgangspunten en impliciete veronderstellingen. Contestatie is alleen zinvol als tegelijkertijd sprake is vanzelfcontestatie: het kritisch tegen het licht houden van eigen theorievorming. Zonder een dergelijke attitude zijn paradigmaverschuivingen ondenkbaar, zou de aarde nog steeds plat zijn.
Het concept van dubbelkrimp is zo’n paradigmaverschuiving. Onder die noemer verschenen zojuist twee nieuwe artikelen [zie onder].

=======nieuw op de site=============================================================
nieuwe artikelen op de site:
>onder de knop Dubbelkrimp:

  • PU Vóór ons de zondvloed [over natuurbeleving in de 21e eeuw] in: De Gids, jubileumnummer [175 jaar] oktober 2012
  • PU Wassend water en krimp. (Over)leven in de delta in: Stedenbouw + ruimtelijke ordening, oktober 2012 [samen met Arjan Nienhuis]

>onder de knop Geschiedenis toekomst: