Tag archieven: verdwalen is een kunst

Schaduwlandschappen

Nieuws/ Herfst 2014

Een monument van kritische journalistiek

Schaduwlandschappen

Onlangs verscheen De schaduwelite voor en na de crisis. Niets geleerd , niets vergeten van Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam [UvA]. Hij schetst daarin het opereren van een elite uit de Nederlandse financiële wereld die beschikt over even nauwe als succesvolle banden met bepaalde invloedrijke delen van de Nederlandse politiek. Niet alleen stelt Engelen deze elite verantwoordelijk voor de economische crisis van 2008, maar ook voor het feit dat we sinds die tijd er maar niet in slagen om weer uit de crisis te komen. Deze elite zorgde er door even krachtig en handig lobbywerk voor dat de Nederlandse financiële sector uitgroeide tot een waterhoofd van ongekende proporties, met alle faliekante gevolgen van dien als kantorenleegstand en een woningvoorraad die financieel op grote schaal onder water staat. Een elite die er tot op heden helaas er nog steeds in lijkt te slagen haar positie te handhaven en zelfs tot overmaat van ramp haar desastreuze megalomane en groeiverslaafde praktijken te hervatten. Op wat de gevolgen daarvan op ruimtelijk en landschappelijk vlak zijn en in de toekomst nog verder kunnen worden gaat Engelen her en der in, zij het beknopt. In dit artikel nemen we de ‘schaduwlandschappen’ van het heden en de toekomst onder de loep. Met ‘schaduwlandschappen’ bedoelen we die gebieden en landschappelijke zones waar de schaduwelite zijn noodlottige spoor heeft getrokken of dat in de toekomst dreigt te gaan doen. Je zou in het licht van Engelens boekje drie soortenschaduwlandschappen kunnen onderscheiden.

1>Het schaduwlandschap van het leegstaande kantorenvastgoed
Engelen fulmineert in dit verband [1] o.m. op blz . 206] met name en terecht tegen de Zuidas-politiek van de Amsterdamse stadsbestuurderen, waaronder die van de vorige GroenLinks[!]-wethouder en tot door Engelen tot de schaduwelite gerekende Maarten van Poelgeest om de investeringen in deze financiële ‘toplocatie’ maar inmiddels tot internationaal belastingontwijkingsparadijs verworden plek gewoon maar te laten doorgaan. De kantoren hier zullen heus wel volkomen, maar de leegstand elders in de Amsterdamse regio zal des te harder toeslaan. Een dergelijk ‘waterbedeffect’ treedt ook elders in de Randstad waar gigantische nieuwe kantorenlocaties ontwikkeld worden, in Rotterdam bijvoorbeeld. Het schaduwlandschap van de leegstaande kantoren is so wie so het sterkst vertegenwoordigd in de Randstad en is overigens niet uitsluitend of zelfs maar in de eerste plaats het product van de crisis van 2008. Zo was de leegstand in Amsterdam in 2005 beduidend hoger dan nu, zie een artikel over vastgoedbubbels van Engelens hoogleraar-collega planologie aan de UvA Leonie Janssen-Jansen [2]. De oorzaken voor de leegstand kent drie componenten. Naast de histerische marktwerking in de vastgoedsector [a] bestaan die oorzaken ook uit [b] een demografische prognosefout door ondoordacht door-extrapoleren van de migratiegroeitrend die in de jaren negentig leek te zijn ingezet en ( c ) de eenzijdige focus op de Randstad in het economische en ruimtelijke beleid [3].

2>Het schaduwlandschap van de financieel onder water staande woningvoorraad
Een van de favoriete strategieën van door Engelen aangeklaagde schaduwelite bestaat er uit de eigen verantwoordelijkheid glashard te ontkennen in combinatie met een onmiddellijke vlucht naar voren. Zo ongeveer in deze trant luidt de apologie van de elite, hier in Engelens parafrasering: ‘En Nederland heeft geen huizenzeepbel, maar onvoldoende nieuwbouw om aan de groeiende vraag tegemoet te kunnen komen.[4]. Dat die groeiende vraag binnen vijftien jaar in zijn tegendeel zal omslaan onderstreepte het Planbureau voor de Leefomgeving [PBL] in een recent verschenen rapport waartegen de lobby van bouwers en projectontwikkelaars schuimbekkend te hoop liep [5]. Een kwestie van elementaire demografie: als de babyboomgeneratiehuishoudens beginnen uit te sterven, ontstaat er alras een enorm overschot aan huizen met een bijbehorende keldering van de huizenprijzen van dien. Denk bij dit schaduwlandschap niet alleen of zelfs maar in de eerste plaats aan de geijkte krimpgebieden in de periferie va Nederland als Groningen, Limburg en Zeeuws Vlaanderen maar ook en vooral aan de zogeheten new towns in en om de Randstad, de groeikernen van weleer. Domweg ongelukkig en berooid in Almere, Zoetermeer, Capelle… [6].

[3]Het schaduwlandschap van de ruimtelijke claims
En dan bestaat er natuurlijk ook nog een veel minder tastbare, tamelijk cryptische vorm van schaduwlandschap, dat van de ruimtelijke claims – van de plannen die door de crisis niet doorgingen maar waar toch achter de schermen aan doorgewerkt wordt. Niet alleen op de tekentafel van projectontwikkelaars en megalome bestuurders. Hun natte dromen, terug te vinden op de De Nieuwe Kaart van Nederland www.nieuwekaart.nl, werden ingehaald door de crisis, maar kunnen altijd weer uit de kast gehaald worden – de schaduwelite zal dan zeker niet te beroerd zijn als machtige lobbygroep op te treden. In de tussentijd wordt er op de achtergrond een spel gespeeld om strategische grondposities en een spel in het onderwijl frustreren en afbreken van ruimtelijke overheidsrestricties op (bouw)projecten. Dat spel speelt vooral in (nog) landelijke gebieden in en om de Randstad waar de economische elite nog steeds goeddeels zijn zinnen op gezet heeft, al lijkt dat allengs enigszins zuidwaarts te verschuiven. Deze categorie schaduwlandschap valt buiten het bestek van Engelens primair financieel gerichte boekje, maar verdient vanwege zijn schimmige karakter en zijn grote betekenis voor de toekomst van stad en land juist extra kritische waakzaamheid.

De Nieuwste Kaart van Nederland

Om de schaduwlandschappen in de toekomst te kunnen vrijwaren voor de megalomanie en de kortzichtige hebzucht van economische en politieke elites moet eerst in kaart gebracht wordt welke mechanismen hier werkzaam zijn. Mechanismen op drie fronten: [a] op het hydrografische front [om voor te sorteren op de krimp van het droog te houden in bepaalde delen van Nederland met het oog op de klimaatsverandering], [b] op het demografische front [om te anticiperen op de demografische krimp] en [c]op het economische front [om tegenwicht te bieden aan de machinaties van Engelens schaduwelite] [7].

Noten
[1] Ewald Engelen, De schaduwelite voor en na de crisis. Niets geleerd , niets vergeten Amsterdam [AUP] 2014, o.m. blz. 206
[2] Leonie Janssen-Jansen en George Lloyd, Property booms and bubbles A demolition strategy – towards a tabula rasa? in: Journal of surveying, construction and property University of Malaya 2012
[3] zie o.m.; Steven van Schuppen en Arjan Nienhuis, Krimp? Welke krimp? Driedubbele krimp! Korte geschiedenis van een paradigmashift Gastcollege Rotterdamse Academie van Bouwkunst, 2013 – zie voor de tekst op deze website onder de knop Dubbelkrimp
[4] Ewald Engelen etc, o.m. blz . 23
[5] Frank van Dam e.a., Nieuwe uitdagingen op de woningmarkt. Balans voor de leefomgeving 2014 deel 2 Den Haag [PBL] september 2014, o.m. blz. 6
[6] meer hierover in; Steven van Schuppen en Jan Dirk Dorrepaal, Groeikernen van weleer in de krimp? in: www.dubbelkrimp.nl / Archief [zomer 2014]
[7] meer hierover in: Steven van Schuppen en Jan Dirk Dorrepaal, De Nieuwste Kaart van Nederland zie het artikel op deze site, hieronder, onder ‘nieuw op deze site’

==nieuw op de site ===========================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

>onder de knop Verdwalen is een kunst:

Water en democratie

Nieuws/ zomer 2012

Water en democratie

In de narratieve traditie rond de Noordzee is er een legende die een belangrijke nieuwe stap markeert in de overwinning op de angst voor het water. Dat is de legende van de dijkgraaf van Eiderstedt in Sleeswijk Holstein. Theodor Storm gebruikte het oude volksverhaal voor zijn novelle Der Schimmelreiter. De legende markeert een nieuw stadium in de overwinning van de kustbewoners op hun angst voor de zee op de drempel van het vroegmoderne tijdperk. Tot dan toe was het ene magische bezweringsmechanisme vervangen door het andere. Het christendom had het heidendom vervangen. Aan het begin van de Nieuwe Tijd onttoverde de Nieuwe Leer in belangrijke mate land- en waterschap zonder te vervallen in een even totale als onvruchtbare ontkenning van de waarde van de mythe.
In de legende maant de dijkgraaf in de legende maant zijn ingelanden in een stormnacht de zeedijk door te steken om erger te voorkomen. De dijk wordt doorgestoken maar – o schande- het land dreigt toch in zijn geheel te overstromen . De ingelanden komen de graaf te na. Maar hij snelt op zijn paard naar het dijkgat en stort zich in het kolkende water. De dijk sluit zich als een wonder. .

Wat is de waarde van deze oude legende voor de 21e eeuw? Dat het altijd draait om moed, Zivilcourage. Dat geldt ook voor de twee onderwerpen waar ik me de komende maanden in het bijzonder mee bezig houd: het water en de democratie.
In het waterbeleid voor de 21e eeuw gaat het niet in de laatste plaats om moed. We moeten de drang tot totale beheersing van de natuur eindelijk eens afleggen. Die drang maakte zich meester van de Europese mens in de tweede helft van de 18e eeuw tijdens de industriële revolutie met de stoommachine als icoon bij uitstek. Twee eeuwen later, in de tweede helft van de 20e eeuw, kwamen de eerste barsten in het standbeeld van de totale beheersing met de Club van Rome als wegbereider. Meebewegen met de natuur en dat met het nodige ontzag en respect – dat is nu het devies. Daarbij hoeven we niet als de dijkgraaf domweg in de donkere diepte van het kolkende water te springen. We kunnen ons wapenen met kennis en inzicht: over het gedrag van het ogenschijnlijk wispelturige water en van onze soms even wispelturige medemens met wie we samen de klus moeten klaren. Een kruisbestuiving tussen technische wetenschappen en menswetenschappen is hier geboden. Kritiek als methode is daarbij de beste leidraad. Maar is een dergelijke Verlichtingsgeloofsbelijdenis alléén toereikend? Is het dan ook niet nodig principieel iederstreven naar de menselijke dictatuur over de natuur af te wijzen dat in het klassiek-moderne tijdperk van de late 18e tot de late 20e eeuw volledig dominant was en nog steeds heel hardnekkig is.

Een vergelijkbare vraag dringt zich in nog sterkere mate op bij het tweede onderwerp: de democratie – de manier waarop we samen met onze wispelturige medemens vorm geven aan onze toekomst, aan de samenleving, de ‘tweede natuur’ zoals Marx deze noemt. Natuurlijk, de menswetenschappen kunnen hier zeker van nut zijn, kritiek als methode is daarbij een allereerste vereiste – helaas maar al te zelden een evidentie, maar het is niet voldoende. In het geval van de discussie over democratie neemt het begrip van de volkssoevereiniteit, voortgekomen uit de democratische revoluties van de late 18e eeuw, als politiek thema van de Verlichting een centrale plaats in. Maar net als de soevereiniteit van de vorst uit het Ancien Régime kan de volksoevereiniteit ontaarden in absolutisme. In dit verband is het tweegesprek zeer relevant tussen NRC-nestor Jerôme Heldring en de jonge literatuur- en godsdienstwetenschapper Ernst van den Hemel [in: Marcel ten Hooven, U bevindt zich hier. Oriëntaties op maatschappij, politiek en religie Amsterdam [Boom] 2011.] Beiden onderstrepen het belang van het erkennen van het menselijk tekort, de erfzonde in de christelijke geloofstraditie, als tegengif tegen zowel dictatuur als populisme en benadrukken daarbij de waarde van het calvinisme in de Nederlandse politiek [zie ook Van den Hemels op zijn dissertatie gebaseerde Calvinisme en politiek.Tussen verzet en berusting Amsterdam [Boom] 2009]. Politici zouden tegen het populisme een eigen politiek engagement moeten formuleren, waarin het onderscheid tussen religieus en niet-religieus er niet toe doet, maar dat tussen fundamentalistisch en niet-fundamentalistisch wel, zo besluit Van den Hemel het gesprek.
Een oproep tot Zivilcourage dus, jawel – maar niet van iemand van de befaamde ‘protestgeneratie’ van de babyboomers maar van de generatie daarna. De protestgeneratie, mijn eigen generatie, is pijnlijk afwezig in de hedendaagse gedachtevorming over democratie. Hebben de babyboomers na hun wilde jaren tijdens de jaren zestig/zeventig inderdaad vooral heel goed voor zichzelf gezorgd – een steeds vaker gehoord verwijt? Mogelijk, maar dan is het des te belangrijker is dat de ‘boomers’ de balans van hun eigen geschiedenis gaan opmaken. Alleen al vanwege het feit dat hun ‘protest’ de huidige samenleving in niet onbelangrijke mate beïnvloed heeft. Het streven naar participerende democratie uit de jaren zestig en zeventig bleef echter goeddeels onvervuld. Dat politieke streven is heden ten dage tegen de achtergrond van het opkomende populisme relevanter dan ooit. Daarbij gaat het op het politieke vlak eigenlijk niet zozeer om het onderscheid tussen fundamentalistisch en niet-fundamentalistisch, maar om het onderscheid tussen absolutistisch en niet-absolutistisch, dus om een engagement tegen ieder absolutisme, dus ook tegen het gevaar voor ‘volksabsolutisme’. Van den Hemel ageert in dit verband terecht tegen de mensonterende praktijken in de behandeling van illegalen onder door regerende partijen ten tijde de eerste driekabinetten Balkenende [i.c. de politiek van minister Verdonk]. ‘Zoiets kan niet worden getolereerd, zeker niet in de christelijke traditie’ aldus Van den Hemel. Het raakt aan wat de Sloveense marxistische filosoof Slavoj Zizek als het centrale antagonisme van het kapitalisme beschouwt , namelijk tussen insluiting en uitsluiting [zie o.m. Slavoj Zizek, Eerst als tragedie, dan als klucht Amsterdam [Boom] 2011] . Democratie kan alleen democratie genoemd worden als het een sociale democratie is. Sociale rechtvaardigheid en participerende vormen van democratie vormden indertijd in het gedachtegoed van menigeen uit de protestgeneratie een twee-eenheid. Die eenheid is relevanter dan ooit. De digitale informatierevolutie heeft heel veel in een stroomversnelling gebracht, niet in de laatste plaats op het gebied van politieke besluitvorming en de openbaarmaking daarvan – met alle nieuwe mogelijkheden én bedreigingen voor de democratie. Het is een informatieomwenteling met een vergelijkbare draagwijdte als de uitvinding van de boekdrukkunst, een half millennium geleden, en misschien nog veel verdergaand zoals het zich nu laat aanzien. De oorsprong van die informatierevolutie lag ook in de jaren zestig/zeventig…

Steven van Schuppen/ juli 2012

===Nieuw op de site:=================================================================
>>onder de knop: Verwalen is een kunst
>Digitaal dichtbundeltje zomer 2012 [bovenste titel op de titellijst]