Nieuws/ Herfst 2019

Paulus, Badiou

en de legitimiteit van de utopie

TINA: The Is No Alternative.  Dat is sinds de neoliberale jaren 90, sinds de ‘afschaffing’ van de geschiedenis, het allesbeheersende adagium van deze tijd. De status quo als Eeuwigheid der Dingen, met daaraan gekoppeld het Grote Taboe op de Verfoeilijke Utopie, die immers onvermijdelijk in de praktijk in naargeestige distopie zou gaan verkeren.

Tegen een dergelijk cynisch flirten met het noodlot als ultieme wijsheid bestond na de Val van de Muur maar weinig oppositie, maar die is er, hoe zwak in ons even broodnuchtere als door en door neoliberale Nederland ook, altijd wél blijven bestaan om na de economische crisis van 2008 weer meer gehoor te krijgen. De belangrijkste oppositionele denkers kwamen en komen veelal uit  linkse,  vooral Zuid-Europese hoek. Het zijn denkers die zich nimmer zelfgenoegzaam hebben ingegraven in hun  eigen socialistisch wetenschappelijke voortreffelijkheid, maar altijd oog hebben gehouden voor de utopische, messianistische kant van bijvoorbeeld van – vooral een jonge – Marx. Hun aandacht richt zich daarbij onvermijdelijk op het vroegste christendom, en dan met name op de brieven van de apostel Paulus.  Het betreft hier dan linkse politieke filosofen als de Italiaan Giorgio Agamben, de Sloveen Slavoj Zizek en de Fransman Alain Badiou wiens Saint Paul. La fondation de l’universalisme uit 1997 pas ruim tien jaar later in Nederlands werd vertaald als Paulus. De fundering van het universalisme  [Kampen (Ten Have) 2008]. Dit drietal staat ook centraal in Het uitschot en de geest. Paulus onder filosofen van de Njmeegse filosoof Gerrit-Jan van der Heiden [Nijmegen (Vantilt) 2018].

Mijn aandacht op die titels werd deze zomer weer gewekt door een interview in de NRC met Badiou naar aanleiding van een lezing die hij gaf op het Wijsgerig festival Drift in Amsterdam afgelopen mei. Het onmogelijke mogelijk maken is in dat interview zijn devies, geheel in de geest van Plato én in de geest van Paulus. De revolutie die de drie linkse Paulus-filosofen op het oog hebben behelst geen kerkelijke omwenteling maar een politiek-maatschappelijke revolutie tegen het kapitalisme, van een puur metafysische oriëntatie naar een te ontwikkelen alternatief in het werkelijke ondermaanse leven met Christus’ opstanding en Paulus’ brieven als inspiratiebronnen. En daarbij gaat het vooral over diens brieven over genade en liefde met name voor de verschoppelingen der aarde – als in de eerste brief aan de Corinthiërs [het ‘uitschot’ in de titel van Van der Heidens boek] – en daar in de brieven waar  de geest ofwel de intentie gesteld wordt tegenover ‘het vlees’ in de betekenis van het vergankelijke en het louter op korte termijn haalbare en tegenover de doodse letter van de wet.

Dat er toch de nodige meningsverschillen bestaan tussen de drie filosofen in hun interpretatie van Paulus wordt duidelijk uit Van der Heidens boek. Zo ziet Badiou de opstanding vooral als volledig nieuw begin en als zodanig als scherpe breuk met de oudtestamentische wortels, het Joodse messianisme incluis – dit in tegenstelling in Agamben. Diens  benadering is veel genuanceerder  en heeft mede daardoor minder de neiging tot politieke instrumentalisering. Toch lijkt de maoïst Badiou op zijn oude dag ook genuanceerder te worden. In het interview met de NRC zegt hij dat hij inmiddels meer oog heeft voor een strategie van kleine stapjes: “Ik heb het liever over positieve, opbouwende actie in plaats van puur protest, en vervolgens helemaal niets.  [1]

[1]

Nynke van Verschuer, Filosoof Alain Badiou: “Zoek en weg die de wereld verandert”  In:  NRC/HB van 26 juli 2019  Zie ook link: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/07/26/filosoof-alain-badiou-zoek-een-weg-die-de-wereld-verandert-a3968340?fbclid=IwAR2Amubs7VAUa76I2YJZq0cY4sBLT-f8z1frd1Rz5rhrSSSSUidfEH7tynM