Nieuws/ Herfst 2017

Eén, twee,vele Forten Oranje!

“De langste stad strekt zich uit langs de Noordzeekust. […] Een stad die niet als zodanig ervaren wordt, maar wel degelijk bestaat. […] Een ‘sluikstad’, die bewust aan het oog onttrokken wordt. Schaamgroen verhult dit landschap [van recreatiewoningen en stacaravans], de slagboom weert bezoekers af. Een landschap waarover besmuikt wordt gedaan, dat eigenlijk niet mag bestaan maar toch bestaat. […] Ontkend door planologen die zich schamen voor hun planoleugens. […]  Onze langste stad heeft een heel belangrijke rol vervuld in de eerste 20 à 25 jaar na de oorlog als reserve-woningvoorraad in tijden van woningnood en snelle economische ontwikkeling. […] Buiten het seizoen konden er mensen terecht die blij waren met elk huis, al was het nog zo klein en eenvoudig. Ook toen in de loop van de jaren zestig de welvaart in brede kringen doordrong, bleef onze langste stad haar rol vervullen als onmisbare schaduwstad, als onderdak voor tijdelijke en/of ‘illegale’ werkkrachten: in de bollen, in de kassen, in de bouw, in de Hoogovens en in de Rotterdamse haven, net als vóór die tijd. Als onderdak voor mensen die door scheiding of andere plotselinge wendingen van het levenslot acuut een toevluchtsoord nodig hebben.”

Uit:  Steven van Schuppen en Vladimir Mars, De langste stad Van Het Zwin tot De Slufter Reis langs het verblijfstoeristisch erfgoed van de Nederlandse kust  Den Haag 2005, blz. 4-11

Toen ik dit schreef, nu ruim 12 jaar geleden, moest de kredietcrisis van 2008 nog beginnen. Die crisis  heeft veel mensen over de rand geduwd waarbij zij hun toevlucht in de recreatie-schaduwstad moesten zoeken om onder de radar van schuldeisers, justitie, fiscus en uitkeringsinstanties te blijven. Een stad die zich niet alleen uitstrekt langs de kust maar ook in meer landinwaarts gelegen bosrijke gebieden als het Brabants Plateau en de Veluwe. Velen verblijven nog steeds in die schaduwstad en zullen daar ook voorlopig nog wel blijven, ook al heet de crisis nu voorbij te zijn. Hun lot kwam de laatste maanden volop aan het licht bij de ontruiming van Recreatieoord Fort Oranje in Rijsbergen in de gemeente Zundert in westelijk Noord Brabant. Die hele operatie laat een buitengewoon wrange smaak na. In De langste stad  pleitten we  voor ”nieuwe eigentijdse vormen en gedachten waarin met name de terreinen aan de onderkant van de markt en de sociale ladder nieuw leven ingeblazen kan worden.  Want  die terreinen worden bedreigd – overal langs de kust is de druk groot om deze onderkant te vervangen door luxueuzere vormen van accommodatie voor het oude en het nieuwe geld.”  Dus: stadsvernieuwing is hier op zijn plaats, maar zónder de fouten die bij de ‘echte’ stadsvernieuwing  werden gemaakt. Zonder een hardnekkige armoedeval met als eindresultaat. En helemaal zonder operaties met mobiele eenheid a.u.b.!  Om in de strijdbare geest van Che Guevara te blijven: Eén, twee, vele Forten Oranje – dat is het parool!

De Langste Stad langs de kust is de laatste jaren ook via andere kanalen in de publieke aandacht gekomen.  En wel via het initiatief Bescherm de kust  dat zo’n twee jaar geleden van start kwam vanuit terechte zorgen om het feit dat de Nederlandse kust steeds verder dichtgebouwd  dreigt te worden.  De actie kwam en komt uit de hoek van diverse natuurbeschermingsorganisaties onder leiding van Natuurmonumenten en heeft  inmiddels onder regie van het Rijk met enige moeite geleid tot een waar  ‘Kustpact’ tussen diverse overheden, toeristisch-recreatieve brancheorganisaties en de natuurbeweging.  De verstening dreigt het sterkst aan de kusten van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta – een goede reden om die hoek van de kust aan een nader kritisch onderzoek te onderwerpen.  Natuurmonumenten, provinciale landschappen en Stichting Duinbehoud kwamen in dit verband met hun de kustvisie Naar het behoud en een betere bescherming van de gouden rand van de Zuidwestelijke Delta [1] (2015). Daarin wordt een forse overcapaciteit aan recreatief vastgoed geconstateerd, inclusief de daaruit voortvloeiende leegstand, vooral in het lagere marktsegment. Bepleit wordt  in dit verband renovatie en herstructurering van ‘verouderde’ vakantieparken alvorens tot nieuwbouw over te gaan. Grote vraag daarbij is dan wel hoe de belangen voor de sociale onderkant van De  Langste Stad gewaarborgd kan worden. Dat zou zowel voor de belangen van mensen die er niet met vakantie zijn maar de woningen als laatste toevlucht gebruiken moeten gelden als  voor recreanten en  toeristen met een smalle beurs – te smal om interessant te zijn voor uitbaters van vakantie-accommodatie op zoek naar lucratievere investeringen. Die vraag verzuimen  de natuurbeschermers in hun rapport te stellen en daarmee spreiden zij een kwalijke blinde blek op sociaal vlak ten toon.

Aansluitend op deze problematiek houd ik me de komende tijd in de eerste plaats bezig met het project  De ballade van roerend en onroerend goedVerpozen en verblijven in de Zuidwestelijke Delta. Vooral het sociale aspect ervan zal in deze overcommerciële tijden heel moeilijk over het voetlicht te brengen zijn. De tijden waarin gesproken werd van sociaal toerisme liggen immers al zeer ver achter ons – inmiddels niet meer dan een vage herinnering uit de wederopbouwperiode. Ik houd u lezers op de hoogte!

Over de invloed van de klimaatverandering op ver-/ontstedelijking gaat het in voorbereiding zijnde project Den Bosch – de lotgevallen van een Moerasdraak [i.s.m. landschapsarchitect Arjan Nienhuis]. Daarbij staat de vraag centraal hoe de omgang met het water in het verleden kan inspireren voor de toekomst met waterregelknop Fort Sint Andries, Beerse Maas en Binnendieze als strategische bouwstenen in de geest van Krayenhoff  en Lodewijk Napoleon, Deltacommissie en Ruimte-voor-de-Natuur ruimschoots voorbij.

In de serie essays over sociaal-economische en politieke ontwikkelingen in diverse delen van Europa, zoals Duitse delingen (over de groeiende economische en geografische ongelijkheid en politieke en sociaal-culturele scheiding der geesten, gepubliceerd in nr  5/2016 van De Nederlandse Boekengids) ben ik nu bezig met een essay onder de [werk]titel serie Europa vs. een antisociale EU, mede naar aanleiding  van   ‘politieke [deel]mémoires’ van radicaal linkse voormannen als Yannis Varoufakis (Adults in the room. My  Battle with Europe’s Deep Establishment) en Jean Luc Mélenchon (Le choix de l’insoumission).

Noten

[1]  http://beschermdekust.nl/wp-content/uploads/2017/03/Kustanalyse-2015.pdf