Nieuws/ Winter 2020-2021

Hoe diep zit de islamofobie

bij -…ook, ja juist, – links ?

”Het is opvallend dat in de appjes […]  die de aanleiding vormden voor de onrust bij Forum van Democratie in alle verslaglegging  wel geduid worden als racistisch en nazistisch, maar dat nergens islamofobie of moslimhaat wordt genoemd. Er werd in de appgroep letterlijk gepleit voor ‘95% blank en 0% procent moslims’ in Nederland. Ofwel, 5% niet-witte mensen willen hier nog wel tolereren, maar moslims sowieso niet. Is islamofobie in ons land zo genormaliseerd dat het zelfs niet meer benoemd wordt? […] Kan De Volkskrant een stevig tegengeluid laten horen?” 

Aldus een ingezonden brief in De Volkskrant van 27 november 2020 van een zekere Neeldert van Laar uit Utrecht. Diens klemmende vraag is in de kolommen van de linkse krant die zichzelf zo graag als ‘anti bubbel’ typeert tot op heden onbeantwoord gebleven en dat gegeven is symptomatisch  voor de manier waarop links Nederland, in ieder geval de main stream daarbinnen, omgaat met deze thematiek. Links in dit verband op te vatten op tweeërlei vlak: niet alleen op cultureel en religieus vlak tussen liberalen en conservatieven zoals in de 19e eeuw gebruikelijk was, maar ook op sociaal-economisch gebied, zoals aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw in zwang kwam. In die verbrede definitie vallen sociaal meer traditioneel gerichte liberalen als die van de Liberale Unie van vroeger en de VVD nu af, terwijl in cultureel opzicht meer vooruitstrevende groeperingen als de Vrijzinnig Democratische Bond van vroeger [in 1946 gefuseerd met de PvdA] en D66 tegenwoordig er dan weer wel bij horen. Daarnaast liep er in de loop van de 20e eeuw een deel van de aanhang van de traditionele confessionele partijen eeuw over naar links, meestal op individuele basis over naar links – een proces dat in de roerige jaren 60 in een stroomversnelling raakte. Het grootste deel daarvan kwam uiteindelijk terecht in partijen als PvdA, D66 en GroenLinks. Dit brede main stream links bestaat weliswaar heden ten dage nog wel, maar lijkt sinds de neoliberale revolutie van booming nineties van de vorige eeuw dermate verwaterd en vervaagd dat het zichzelf steeds opnieuw afvraagt of het nog wel politieke relevantie en bestaansrecht bezit. Die twijfel weerspiegelt hoezeer links aan ernstige politieke vergeetachtigheid lijdt. En niet alleen op politiek vlak, maar over een veel breder front, van klassenstrijd tot religieuze twisten en culturele kloven. Vooral in die laatste categorie lijkt de vergeetachtigheid  bijna de ziekelijk chronische vormen van een historische dementie aangenomen te hebben . In dit verband dringt zich onvermijdelijk de vraag op of het hier niet alleen maar om zo maar vergeten gaat maar ook en bovenal om stelselmatig verdringen. De breuk met het verleden in de jaren 60 was in Nederland vergelijking met de omringende landen namelijk zo breed en omvattend dat een en ander veel weg had van een complete aardverschuiving. Een verschuiving over de volle bandbreedte: sociaal-economisch (Nederland liep vóór de sixties economisch flink achter op vooral Duitsland), op het vlak van de sociale emancipatie actie (Nederland was vóór de sixties uitzonderlijk gezagsgetrouw en  gedwee, zeker in vergelijking met België en Frankrijk) en op cultureel en religieus gebied (in de manier waarop in de brave jaren 50 nog nauwgezet in die typisch Nederlandse verzuilde pas gelopen werd).  Een aardverschuiving die persoonlijk als heel ingrijpend ervaren werd. Haal je je in dit verband bijvoorbeeld een imaginaire Hollandse emigrant voor de geest die na zo’n tien of twintig jaar na de sixties in het vaderland was terug gekeerd en die toen maar moeilijk echt iets van het nieuwe leven leek te kunnen begrijpen. Dat onbegrip gold dan met name de achterliggende sociaal-culturele codes. Die codes waren in de verte nog wel geworteld in het verleden, maar inmiddels dusdanig verschoven dat ze niet meer als zodanig herkend werden, en daardoor ook niet goed als zodanig duidelijk gemaakt konden worden aan buitenstaanders en nieuwkomers. Tegelijkertijd dacht en denkt men in het linkse, o zo verlichte Nederland van na de jaren 60 nog steeds zijn eigen culturele en religieuze wortels glorieus overstegen te zijn, maar blijkt men in de praktijk steeds weer even ongemerkt en onwetend als gemakzuchtig terug te vallen op sociale codes en bijbehorende mentaal-culturele attitudes uit een eigen metafysisch gekleurd, nog vaak maar heel recent afgezworen verleden [1]. Vervreemding ten is hier het trefwoord bij uitstek, een vervreemding ten opzichte van het eigen mentale landschap,  een vervreemding die de vereiste zelfanalyse bij  ‘autochtone’ Nederlanders lange tijd danig in de weg zaten vaak helaas nog steeds zit. Pas het afgelopen decennium begint bij hen het besef van die vervreemding eindelijk door te dringen, stukje bij beetje en met horten en stoten. En dat besef kon alleen op gang komen dankzij de inzet van confrontatie met emigrantengemeenschappen die zich vanuit hun eigen culturele, familiale en religieuze achtergrond niet langer meer lieten en laten wegdrukken door de alomtegenwoordig dominante witte assimilatie-obsessie. Wat begon met de zwarte verzetsbewegingen van het inmiddels legendarische Kick Out Zwarte Piet en overlopend in Black Lives Matter waaiert nu steeds verder uit en heeft er nu toe geleid dat ook de islamitische gemeenschap zich beduidend assertiever opstelt en daarbij islamofobie nadrukkelijker dan ooit op de politieke agenda zet. En dat laatste tot grote schrik van main stream wit links….

=Een kleine geschiedenis van kerk, staat en islamofobie in en om de Lage Landen

Sopraan: “Und vor des Türken

und des Papst grausamen Mord

und Lästerungen, Wüten und Toben

väterlich behüten;”

Allen:”Erhör uns, lieber Herre Gott!

[S:”En [wil ons]voor de gruwelijke moord

van de Turk en de paus, voor hun godslasteringen

hun geraas en getier, vaderlijk behoeden”

A:”Verhoor ons, lieve God!”] [2]

De klaagzang die hier klinkt is afkomstig van de grote Duitse hervormer van het christendom Maarten Luther uit de periode in de eerste helft van de 16e eeuw, toen Midden Europa bedreigd werd door de oprukkende legers. Nu kon  niet langer volstaan worden met de bestrijding van de paus als ‘innerlijke turk’ – een soort theologische vijfde kolonne dus – ,  maar nu moest het christelijke avondland wel degelijk direct en actief verdedigd worden tegen de islamitische vijand. Daarbij lag in zijn betoog de nadruk wel op het verdedigingsaspect – bij een al te offensieve krijgspolitiek zou hij immers te zeer in strijd komen met zijn leer van de twee koninkrijken waarin hij voor de kerk geen rol weggelegd is om zelf oorlog te voeren. Van een nieuwe kruistocht kon dus al helemaal geen sprake zijn. Een kleine twee eeuwen later viel de componist Bach in een cantate terug op de tekst [zie boven] van deze Lutherse litanie als onderdeel van een reeds bestaande tekst die al eerder door zijn muzikale vakbroeder Telemann was gebruikt. Van enige serieuze bedreiging van Turkse zijde was toen overigens al geruime tijd geen sprake meer. In 1683 was het laatste Turkse beleg voor Wenen glorieus afgeslagen. Dat beleg was een grootscheepse onderneming  geweest, indertijd financieel mede mogelijk gemaakt door crediteuren uit het even calvinistische als door kapitaalaccumulatie geobsedeerde Holland voor wie juist de spreuk “Liever Turks dan Paaps” op het lijf geschreven was. Pikant detail is in dit verband dat de video-opname van de uitvoering van Bachs cantate waarnaar ik een noot 2 verwijs in de herfst van vorig jaar [2019] plaats vond in de Grote Kerk van Maassluis of all places – de geboortekerk van de grote neo-calvinist Abraham Kuyper [diens vader was hier predikant], in de late 19e eeuw de grondvester van de Anti-Revolutionaire Partij. Deze Kuyper was allesbehalve een stereotype islam- laat staan papenhater. Zijn haat betrof juist vóór alles de verfoeilijke godloze beginselen van de Franse Revolutie, zijn ‘antiththese’ was gericht tegen ‘links’ in de volle breedte – van oud-liberaal tot sociaal-democratisch -, in het kader waarvan hij niet te beroerd was om zonder veel omhaal gemene zaak te maken met Herman Schaepman, de voorman van de Rooms-Katholieke StaatsPartij. Eén van de voor hen beiden favoriete strijdpunten was de totstandkoming van door de staat betaald christelijk onderwijs. Dat kwam er aan het eind van de Eerste Wereldoorlog in ruil voor het algemeen kiesrecht als concessie aan links. En het is die zogeheten “vrijheid van onderwijs”, vastgelegd in artikel 23 van de grondwet, waar Nederlandse moslims in Nederland zo’n honderd jaar later  dankbaar gebruik van proberen te maken met  de oprichting van een eigen levensbeschouwelijke zuil. En in hun pogingen in die richting vinden zij ineens zo ongeveer heel Nederland op hun weg – de tegenwind komt van zowel van de kant van de linkse als de christelijk-confessionele partijen.Vooral bij links is de weerstand groot.Voelde men zich eindelijk verlost van School met den Bijbel en de aparte roomse scholen voor meisjes en jongens, komen nu die moslims met hun streven naar voor onderwijs in de eigen zuil  op de proppen. Vrijheid van onderwijs? Maar is dat bij nader inzien wel zo verwerpelijk? Is dat bijzonder onderwijs in de loop de 20e eeuw juist ook in linkse kringen juist steeds geliefder geworden, alle ontkerstening ten spijt  – denk in dit verband alleen maar aan het traditioneel vernieuwingsonderwijs als Montessori en Vrije School, reuze in zwang bij progressief linkse middleclass-milieu’s. En ook in traditioneel rechts-confessionele kring lijkt het christelijk onderwijs  meer dan ooit te bloeien. De traditionele christelijke scholen hebben inmiddels resoluut hun felste protestantse of roomse veren weten af te schudden, en met dusdanig succes dat ze bij cultureel meer traditioneel gerichte maar niet meer bijster gelovige maar daardoor niet zelden des te ambitieuzere middleclass-ouders steeds populairder worden. Slechts één derde van ons onderwijs is nog openbaar. Op het gebied van sociale gelijkheid en sociale emancipatie is dat zeker geen positieve ontwikkeling. Het belemmert kinderen uit de lage sociale klassen in hun schoolcarrière en trekt de kinderen van rijkere en beter opgeleide ouders voor. Het onderwijspolitieke dilemma is hier levensgroot, maar wordt in linkse kringen doorgaans zelden als zodanig ervaren. “Hoe de nodige sociale doorstroming in ons onderwijs te bevorderen zonder dat dit ten koste gaat van de culturele en religieuze diversiteit?” zou hier de centrale vraag moeten zijn. In ieder geval niet door bijzonder onderwijs nodeloos te frustreren, zou ik hier vóór alles willen opmerken, en zeker niet bijzonder onderwijs voor en door een sterk achtergestelde gestigmatiseerde religieuze gemeenschap als de islamitische. Zulk onderwijs verdient eerder een zekere voorkeursbehandeling zolang een onbevangen, onbevooroordeelde en faire behandeling van onderwerpen op cultureel en religieus gebied volstrekt onvoldoende in het gangbare Nederlandse onderwijs gegarandeerd kan worden. Illustratief op dit vlak is deze gebeurtenis afgelopen november [2020] op het christelijke Visser ’t Hooft Lyceum in Leiden.

“Schrijfopdracht (telt twee keer mee voor het rapport)

Schrijf een krantenartikel van 500 woorden over de vrijheid van Godsdienst en de islam. De volgende vragen moeten in het krantenartikel besproken worden, maak van iedere vraag een kopje in het artikel:

1 Wat betekent de vrijheid van Godsdienst voor moslims die aanslagen plegen?

2 Hoe kunnen wij onszelf beschermen tegen fundamentalisme?

3 Hoe komt het dat er aanslagen worden gepleegd in naam van de islam?

4 Hoe komt het mensen geloven in een Godsdienst die zoveel geweld voortbrengt?

5 Waarom zijn er zoveel moslimterroristen?”

Zo luidde de opstelopdracht die maand daar. Terecht kwam er een – overigens veel te slap en vrijblijvend – sorry van de school en werd de leraar in kwestie op non actief gesteld. Rabbijn Lody van de Kamp schreef er een even kritische als rake bespiegeling over hoe dit in hemelsnaam mogelijk geweest was in een school met die naam [3] – de linkse Barthiaanse en bij uitstek oecumenisch ingestelde hervormde dominee en grondvester van de Wereldraad van Kerken Willem Visser ’t Hooft zou zich in zijn graf omdraaien. In islamitische kringen doken weldra de nodige snedige satirische parafrases van de stelopdracht de kop op waarin ‘ islam’ vervangen werd door ‘christendom’ en met kolonialisme als favoriet sleuteltrefwoord, maar tegelijkertijd was en is de terechte verbittering hierover er niet minder om.

De gebeurtenis in Leiden staat natuurlijk niet op zichzelf en vindt zijn oorsprong in welbewust opgezette islamofobisch politieke manoeuvres van over de grens, vanuit het Frankrijk van president Emmanuel  Macron wel te verstaan – ik berichtte daarover in de vorige herfstnieuwsbrief op deze site [4]. Daar schreef ik:

Begin oktober 2020, juist  toen de tweede golf van De Corona-pandemie in een stroomversnelling kwam, lanceerde Macron zijn plannen tal van islamitische organisaties verregaand aan banden te leggen in een wet tegen zogeheten  ‘separatisme’. Twee weken later, direct na de dramatische moord op een geschiedenisleraar door een Tjetsjeense islamist, zag hij zijn kans schoon die plannen versneld, verbreed en nog beduidend radicaler dan aanvankelijk gepresenteerd door te drukken. Hij hoopt daarmee minstens twee vliegen in een klap te slaan. Aan de ene kant door zijn ‘natuurlijke’ maar steeds verder slinkende aanhang van hoger gekwalificeerden te herstellen en tegelijk beslissend te verbreden tot in de onderste lagen van onderwijzend Frankrijk waarmee hij zich over de hele linie van geliefd kan maken onder de groeiende  groep van ‘geatomiseerden’ die de bulk van de grote amorfe Franse middenklasse vormen. De vermoorde geschiedenisleraar [Paty] vormt daarbij voor hem het gedroomde slachtoffer. Aan de kant door de achterban van Le Pen en de in menig opzicht bijna net zo xenofobe achterban van de gaullisten [thans ‘Les Républicains’ geheten] de wind uit de zeilen te nemen. Macrons verscherpte repressie tegen wat hij noemt ‘het íslamisme‘ maar wat de facto neerkomt op kritische moslims in Frankrijk overtreft de natste dromen van de doorsnee Franse diender, hét rolmodel bij uitstek van het electoraat van het Rassemblement  National [zoals de club van Le Pen tegenwoordig heet]. Het is een even gewetenloze als levensgevaarlijke politiek die Frankrijk en de Fransen vroeg of laat een nog diepere crisis kan storten, nog beduidend dieper dan de miserabele situatie waarin zij nu al zitten.”

Een paar weken later waaide de kwestie over naar de Bataafse slikken en zompen. Het begon met een incident op het Rotterdamse  Emmauscollege waar een leraar geschiedenis moest onderduiken naar aanleiding van het behandelen van een anti-islam-spotprent. En als reactie op verontwaardiging daarover was er het initiatief voor een petitie vanuit islamitische kring om het beledigen van de profeet strafbaar te stellen. De furie die daarop vanuit wit Nederland ontstak was buitengemeen fel  en reikte tot heel diep in de banken van de Tweede Kamer, waar die arme Farid Azarkan van DENK alle denkbare fiolen van toorn over zich uitgestort kreeg. Schril, vilein, vals klonken die – als de al even schelle als onheilspellende Lutherse litanie in eerder genoemde cantate BWV 18 waarin de diepe angst en afkeer voor paus en turk door klinken. Vooral die steeds herhaalde penetrante noot in de sopraanpartij gaat hier door merg en been – Bach op zijn allervenijnigst – de passage doet zeker niet  onder voor diens van haat vervulde  “Sind Blitze sind Donner” uit de Mattheüspassion.

De witte toorn was overigens Kamerbreed, met een extra eervolle vermelding voor het venijn van CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg. En links huilde al even hard mee, de PvdA voorop. Dat was ook natuurlijk ook wel te verwachten – in het late voorjaar had de Kamer zich nog op sleeptouw laten meenemen met de organisatie van die onzinnige bliksemenquête naar ‘ongewenste beïnvloeding’ [van islamitische godsdienstoefeningen] vanuit zogeheten ‘onvrije’ landen [5]. En het jaar daarvóór hadden  de Amsterdamse GroenLinks-burgemeester Femke Halsema en haar PvdA-onderwijswethouder Marjolein Moorman zich als sneue loopmeisjes van de AIVD laten gebruiken in het conflict met het islamitische Cornelius Haga Lyceum [6]. Ach, zie hier de Werdegang van een progressief en o zo seculier links Nederland dat zich zo graag wil laten voorstaan op zijn vrijzinnige voortreffelijkheid maar daarbij in de kwestie van de scheiding tussen kerk en staat al te gemakkelijk denklui aanleunt tegen het even kale als fobische laïcisme-concept van Franse makelij.  ‘Neutraliteit’ in de publieke sfeer is in dat concept het uitgangspunt, geheel conform de officiële staatsdoctrine zoals die in de eerste fase van de Derde Republiek [1870-1940] gestalte kreeg. Dat was de fase van vóór de Eerste Wereldoorlog, toen trotse ‘hexagone’, sinds 1870 door Bismarck van Elzas-Lotharingen beroofd, op revanche zon en na de Dreyfuss-affaire in radicaal republikeins vaarwater gekomen in 1905 op het cultureel-religieuze front een koene daad wilde stellen door te breken met het in 1801 door Napoleon overeengekomen concordaat met de paus en een en ander juridisch te beklinken in de vorm van een kordate wet op de scheiding van kerk en staat [7].

Die wet was het product van een in de grond van de zaak  een uiting van een hopeloos door complotdenken geplaagd anticlericalisme, ingegeven door een obsessieve angst voor een naar roomse omnipotentie hakende katholieke kerk waar de steile Pius X zojuist de scepter had overgenomen. Een vrees die heel diepe wortels had in de in religieus opzicht zeer beklemmende periode van het Ancien Régime, de tijd van vóór de Franse Revolutie dus, met de herroeping in 1685 van het relatief zeer religie-tolerante Edict van Nantes uit 1598 als intriest dieptepunt. Zo kwam hier aan het prille begin van de 20e eeuw in Frankrijk dus de scheiding van kerk en staat tot stand, een scheiding die in Frankrijk in de praktijk echter meer en meer is uitgedraaid op een nodeloos scherpe scheiding van kerk en openbaar leven. Daarmee is hier in de loop der tijd de vrijheid van godsdienst meer en meer lelijk in het verdoemhoekje terecht gekomen. Inmiddels is hier na ruim vier decennia extra versnelde ontkerstening de grote boeman voor de Franse republikeinen natuurlijk allang niet meer Rome, maar de islam: van Vaticanofobie tot islamofobie [8].Een beschamend démasqué van onverbloemde xenofobie voor een Frankrijk dat zo altijd zo gretig prat ging op zijn wereldwijde, immer en overal geldige  ‘universalisme’. Een land dat inmiddels meer dan rijp is voor een Zesde Republiek.

Hoe anders is dat alles in Europese landen waar in tegenstelling tot Frankrijk dankzij de Reformatie al een half milennium geen sprake meer is van een oppermachtig rooms-katholicisme. Nederland bijvoorbeeld, waar de revolutionairen van de Bataafse Republiek [1795-1806] juist de vrijheid van godsdienst mede daardoor altijd wél nadrukkelijk in het vaandel hebben gedragen. Het geflirt met met die – typisch Franse – karikaturaal anticlericale interpretatie van de scheiding tussen kerk en staat die in ons land de laatste jaren her en der in de mode is geraakt is in deze zin dus eigenlijk zeer on-Nederlands. [9]. Het zou in dit verband geen kwaad kunnen als Nederland  – en dan met name links Nederland [10] – zich op dit stuk eindelijk iets meer zou gaan verdiepen in de eigen geschiedenis.

Allemaal goed en wel, maar intussen gaan de uitsluiting en discriminatie van moslims en moslima’s ‘gewoon’ onverminderd door. Onverminderd? Met dit grote verschil dat deze gemeenschap zich inmiddels niet langer meer zonder protest en verzet laat wegdrukken. Main stream wit links is nu aan zet, om – om te beginnen – de moslim nu eindelijk eens werkelijk te zien stáán, niet als een of ander rolmodel of  sociaal-economisch, cultureel-religieus of politiek Charaktermaske, maar als mens van vlees en bloed!

NOTEN

[1]
Dergelijke verschuivingen van religieuze naar – au fond dezelfde – geseculariseerde sociale attitudes en bijbehorende codes hebben natuurlijk vaak al veel eerder plaats gevonden, met als even klassiek als dankbaar voorbeeld het perverse crypto-meritocratisme van de vrome Hollandse calvinist die natuurlijk niet openlijk durft te beweren dat hij zijn zielenheil zelf zou kunnen verdienen, maar met zijn arbeidzame en obsessief op kapitaalaccumulatie gerichte levensstijl rekent hij stiekem maar al te vast op een gerieflijk plekje in de hemel – materiële voorspoed als teken van Goddelijk uitverkiezing. In geseculariseerde vorm is dit crypto-meritocratisme ook, ja juist in onze even ontkerstende als neoliberale tijden nog immer meer dan springlevend, Webers Geist des Kapitalismus gedachtig – zie hierover diens klassieke studie Die protestantische Ethik  und der “Geist” des Kapitalismus  Weinheim [Beltz Athenäum Verlag] 1996/2. Een zorgvuldig toegelichte en becommentarieerde herdruk op basis van de allereerste editie van 1904/ 1905.

[2]
Een fragment uit de tekst van cantate BWV 18 van J.S. Bach onder de titel Gleichwie der Regen und Schnee vom Himmel fällt Zie de link:  https://www.bachvereniging.nl/nl/bwv/bwv-18/  voor de tekst en de uitvoering  (digitale beeld- en geluidsopname)name) [in de Grote Kerk van Maassluis].

[3]
Zie: De schrijfopdracht op het Visser ’t Hooftlyceum in Leiden – Rabbijn Lodi van de Kamp: “Leidse school neemt afstand maar dat is niet genoeg” in NieuwWij van 25 november 2020 Zie link:

https://www.nieuwwij.nl/opinie/de-schrijfopdracht-op-het-visser-t-hooft-lyceum-in-leiden/?fbclid=IwAR0Xp471BSVVGg9hiNeXFWXlBHXIrFXj2CHEuJhD65aNfU-gxzTM2MCnvtE

[4]
Zie het artikel: De onvermijdelijke verdere erosie van de ooit zo trotse ‘hexagone’  in de herfstnieuwsbrief op deze site.

[5]
Zie hierover o.m.:

=Roemer van Oordt, Weer niks nieuws over buitenlandse inmenging en informele scholing  In: Republiek Allochtonië 20 juni 2020 Zie link: https://www.republiekallochtonie.nl/blog/opinie/weer-niks-nieuws-over-buitenlandse-inmenging-en-informele-scholing

=Stéphane Alonso, Kabinet wil inzicht in financiering moskeeën kunnen afdwingen In: NRC/ HB van 23 november 2020 Zie link: https://www.nrc.nl/nieuws/2020/11/23/kabinet-wil-inzicht-in-financiering-moskeeen-kunnen-afdwingen-a4021087#/handelsblad/2020/11/24/#102

[6]
Voor het uitgebreide digitale dossier dat NRC/ HB in de loop der tijd over deze kwestie heeft opgebouwd zie de link: https://www.nrc.nl/dossier/cornelius-haga-lyceum/

[7]
Zie:  Georges Dupeux, La IIIe République. 1871-1914 Les enfances de la démocratie bourgeoise – en dan met name de paragraaf IV – La république du bloc et des radicaux / La séparation de l’Église et de l’Etat  In:  Georges Duby [red.], histoire de la France, tôme 3 –  les temps nouveaux de 1852 à nos yours  Parijs [Réferences Larousse] 1988/ 2, blz. 170-173

[8]
Een fobie waarvan overigens door Franse regeringen de afgelopen vijftien jaar – van Sarkozy tot en met Macron – handig gebruik is gemaakt om de aandacht af te leiden van hun pijnlijke nederlagen op het sociaal-economische front. Meer hierover in – opnieuw – het artikel: De onvermijdelijke verdere erosie van de ooit zo trotse ‘hexagone’  in de herfstnieuwsbrief op deze site.

[9]
Over de invulling van het concept van de scheiding van kerk en staat bij de Nederlandse patriotten en bij de Bataafse  republikeinen in de late 18e en vroege 19e eeuw zie: Joost Rosendaal, Bataven!  Nederlandse vluchtelingen in Frankrijk 1787-1795  Nijmegen [Vantilt] 2009. In de epiloog wordt in de paragraaf De eigenheid van de Nederlandse Revolutie [vanaf blz. 585] kort ingegaan op het feit dat bij de Bataafse revolutionairen een ondogmatisch en uitgesproken zedelijk gericht christendom en een daarmee verbonden sterk streven naar sociale gelijkheid voorop stonden en op de vraag hoe dat gedachtegoed heeft doorgewerkt in het latere politieke landschap van Nederland, vanaf de patriotten van de late 18e eeuw via de Bataafse Republiek in de vroege 19e eeuw en vervolgens via bewegingen als liberalisme, progressief radicalisme en socialisme tot op de dag van vandaag.

[10]
Main stream links kent op levensbeschouwelijk en religieus gebied een beschamend grote en lege witte vlek.  Hier twee voorbeelden.

=Vlak na de Tweede Wereldoorlog probeerde rode dominee en eerste voorzitter van de PvdA Willem Banning  de nodige geestelijke ruimte binnen zijn eigen partij te scheppen in de hoop aldus zogeheten  ‘doorbraakchristenen’ naar de rode burcht te kunnen lokken, een burcht die mede daardoor overigens al snel danig van kleur verschoot. En tot overmaat van ramp draaide die hele doorbraak ook nog eens uit op een jammerlijk fiasco. Wie zich heden ten dage nog in georganiseerd christelijk verband binnen en nabij de PvdA begeeft, zoekt beschutting bij de Banning Vereniging  die op zijn beurt het Netwerk PvdA en Levensovertuiging ondersteunt. Ik heb niet het idee dat de mannen en vrouwen van deze vereniging bijzonder veel Anklang genieten bij de relevante PvdA-portefeuillehouders in parlement en gemeenteraad. Maar ik  kwam in de digitale kolommen van deze vereniging  in ieder geval wel dit recente artikel tegen van historicus Maarten van den Bos: De school is niet van de staat – Pleidooi voor Artikel 23 dat februari 2020 in het tijdschrift Volzin verscheen. Zie link:  https://www.banningvereniging.nl/de-school-is-niet-van-de-staat-pleidooi-voor-artikel-23/ . Een even genuanceerd als moedig verhaal, zeer relevant voor de in mijn artikel aangekaarte thematiek, en dan met name wat betreft de vrijheid van onderwijs.

=Twee van de vier partijen waaruit in 1989 GroenLinks ontsproot kenden onmiskenbaar confessionele wortels: De PPR en de EVP, laatstgenoemde het meest nadrukkelijk. De christenen binnen GroenLinks zijn verenigd in de organisatie De Linker Wang. In deze kringen vond ik een ander recent relevant artikel, en wel van de hand van politicoloog Theo Brand, jarenlang hoofdredacteur van het tijdschrift van De Linker Wang:  Waarom GroenLinks Kauthar ondubbelzinnig moet steunen – Het is goed dat oude, witte mannen als Meindert Fennema afzwaaien en jonge, idealistische vrouwen de partij komen versterken, gepubliceerd in Joop van 20 novemer 2020. Zie link:  https://joop.bnnvara.nl/opinies/waarom-groenlinks-kauthar-ondubbelzinnig-moet-steunen?fbclid=IwAR1T6tkA2Q3es89N8PxCEmrglvl3kobdgR6J33EMdmpauWn3mWzi_ad2y9c . Hierin neemt de auteur het op voor Kauthar Bouchallikht, een jonge moslima die op een prominente plaats staat op kandidatenlijst van GroenLinks voor de komende verkiezingen voorde Tweede Kamer. Het artikel bevat een even vlammend als overtuigend betoog aan de top van de partij om haar te verdedigen tegen aanvallen – zowel van extreem rechts als vanuit eigen gelederen. Maar of Jesse Klaver echt de rug recht zal houden bij verdere aanvallen?

=====nieuw op de site=====================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

  • PU  De Grote Droogte van de IJsselvallei eindrapport  (samen met Arjan Nienhuis en met steun van het Stimuleringsfonds Rotterdam voor de Creatieve Industrie te Rotterdam en het Waterschap Rijn en IJssel te Doetinchem, Bruchem november 2020)