Nieuws/ Herfst 2018

Holland op zijn smalst – op zoek naar het spook van de ‘overbevolking’

Het is je eigen voetafdruk,

hypocriete sukkel !

Er waart ineens een spook door de Hollandse polder, het spook van de overbevolking.  In het westen des lands is ie de volte er eigenlijk altijd al geweest, daar heette ie vroeger ‘randstad’, nu deftig ‘deltametropool’. Over die laatste mag je helemaal niets slechts zeggen. Hij wordt geadoreerd als een achtste wereldwonder, als een wonderbaarlijke symbiose van economische dynamiek en ecologische duurzaamheid.

En nu is er dan dat spook. Waarom zijn al die Hollanders daar opeens zo bang voor? Om de dreiging voor een nog verdere teloorgang van groene open ruimte? Maar  die  beweging is helaas in de randstad al veel langer aan de gang en vindt niet in de laatste plaats zijn oorzaak in de sterke lobby van de drie later vier grote steden om veel economische bedrijvigheid naar zich toe te trekken -pas in  dit decennium is het ‘brainport’ Eindhoven eindelijk gelukt om als fünfte im Bunde ‘deltametropool-erkenning’ te krijgen.  In tegenstelling tot de uitdijende en verstoppende randstad lopen ‘ krimpgebieden’  in het noorden, oosten en zuiden verder leeg.

Zou de vrees ook iets te maken kunnen hebben met de financiële crisis die tien jaar geleden uitbrak? Ongetwijfeld. Precarisering door groeiende werkloosheid  en flexibilisering van de arbeidsmarkt  hebben de schrik er flink ingejaagd. De conjunctuur is wel weer opgeveerd, maar wat bleef en zich verder doorzette is de angst voor verdere precarisering van de economie en het gevoel van onzekerheid over de hele linie. Niet lang na het uit breken van de crisis was de al eerder op gang gekomen toestroom van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa in een stroomversnelling gekomen – een proces dat mogelijk gemaakt werd door de steeds verdere flexibilisering van de arbeidsverhoudingen in Nederland.  En nu de conjunctuur overuren draait, stromen de oosterlingen helemaal in sneltreinvaart toe, zo lijkt het. Het spook heeft een gezicht gekregen. Maar gaat, als we goed kijken, achter dat gezicht niet stiekem die oer-Hollandse Januskop van enerzijds uitgekookt geldelijk gewin en anderzijds opgewonden beginselruiterij schuil? Uit de giftige reacties tussen beide gezichtshelften dreigt steeds opnieuw een  penetrante xenofobe lucht op te stijgen.

Wie zich wel oprecht zorgen maakt over de aantasting van de groene open ruimte door mogelijke overbevolking zou bereid moeten zijn serieus zelfkritisch de oorzaken van demografische bewegingen en de gevolgen daarvan voor de ruimtelijke leefbaarheid te onderzoeken –  in dit verband allereerst  onderzoek naar bewegingen op het front  van de arbeidsmigratie.  Die bewegingen worden beïnvloed door pull- en push-factoren. Om met onszelf Hollanders te kunnen beginnen komen dan eerst de pull-factoren in aanmerking voor een nadere analyse. Nederland werkt als magneet op arbeidsmigranten omdat onze voetafdruk zo groot is, zowel ecologisch als sociaal-economisch. Hier gaat het natuurlijk allereerst om de economische footprint. Nederland waant zichzelf maar al te graag als een super innovatief land met een hoge arbeidsproductiviteit en keurige sociale voorzieningen. Wie de zaak nader op de keeper beschouwt ontdekt dat maar al te veel sectoren van de vaderlandse economie ondenkbaar zouden zijn als er geen arbeidskrachten van buiten zouden worden ingeschakeld – dat gebeurt vaak tegen onzekere en belabberde woon- en arbeidsomstandigheden. We kennen die sectoren allemaal wel maar willen ze eigenlijk liever niet kennen en als middle class Nederlanders maar liever niet in hoeven werken. Het gaat dan om sectoren als de land- en tuinbouw, de bouw, distributie en logistiek. Arbeidsintensief en tegelijkertijd ruimteverslindend. Voor  een klein, dichtbevolkt en sterk verstedelijkt land als Nederland dat zorgvuldig met zijn schaarse groene ruimte moet omgaan zijn dat nou niet bepaald de meest handige bedrijfssectoren. Bovendien zijn het vaak nou net ook die sectoren die verantwoordelijk zijn voor een veel te ver buiten de eigen landsgrenzen uitdijende ecologische voetafdruk – neem de land- en tuinbouw.

Het zijn natuurlijk allereerst de eigen Hollandse pull-factoren die verantwoordelijk zijn voor de gestage groei  van de arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europa. Maar daarnaast kunnen de push-factoren in dit verband evenmin genegeerd worden. De centrale pushfactor is hier de maatschappelijke ontwrichting die sinds de Val van de Muur in het oosten van ons werelddeel plaatsgegrepen – een onderwerp dat al meerdere malen in de kolommen van deze nieuwsbrief aan de orde kwam. De massieve overname van de  economie door het West-Europese – vooral West-Duitse – bedrijfsleven is hier niet de minste boosdoener. Werkloosheid, groeiende sociale ongelijkheid en privatisering  van het openbare leven  hebben een uittocht van mensen teweeg gebracht, op zoek naar werk in het rijke west Europa.  Tegen de achtergrond van de totale economische overrompeling  van het oosten is West Europa  – het immer gewiekste Holland incluis – onvermijdelijk schuldig geworden aan de ontstane situatie, schuldig aan het Verdriet van Europa.