Nieuws / Herfst 2013
Bedreigde democratie?
>maar door wat en wie bedreigd?
>en over wat voor democratie hebben we het dan?
Al ruim tien jaar lang heet het dat de democratie bedreigd wordt. Na ‘nine eleven 2001’ was het eerst het moslimfundamentalisme dat het allergrootste gevaar voor de democratische rechtsstaat zou vormen. Na de kredietcrisis van 2007/2008 lijkt de levensgevaarlijke muzelman echter meer en meer verdrongen te worden door het spook van het neoliberalisme. Dat is althans het geval in de ons omringende landen op het Europese continent, in het ene land in sterkere mate dan in het andere. Nederland vormt daarop een uitzondering – het discours over crisis en democratie vormt hier veel meer gelijkenis met dat van de Britten en de Amerikanen. Hier verkeert men veel sterker in neoliberale sferen. Misschien zou het daarom geen kwaad kunnen ons oor ook eens wat vaker te luisteren te leggen bij de buren, bij de oosterburen bijvoorbeeld. Niet zozeer om de geijkte litanieën over het neoliberalisme aan te horen, maar door op zoek te gaan naar diegenen die een zinvol verband kunnen leggen tussen [neo]liberalisme, de informaticarevolutie en de uitwerking daarvan op democratie. De Duitse journalist en publicist Frank Schirrmacher heeft in dit opzicht het nodige te melden. In een artikel even na de Bundestagwahlen in de Frankfurter Allgemeine Zeitung [FAZ] van 26-09-13 onder de titel Was die SPD verschläft poneert hij dat de sociaaldemocratie nog onvoldoende in de gaten heeft dat er een tweede industriële revolutie plaats grijpt, die van de informatica. Een tweede revolutie die zich beduidend sneller afspeelt dan de eerste revolutie van de stoommachine. Die tweede revolutie van de denkmachine grijpt bovendien veel breder en dieper in op de maatschappij, en dan met name en direct in het democratische gehalte van de samenleving. De informatiesystemen verlenen zeer weinigen een macht over een welhaast absoluut geheugen. Tot die zeer weinigen behoren niet alleen informatica- en financiële reuzen [daar is Schirrmacher in zijn dit jaar verschenen boek Ego diepgaand op in gegaan], maar ook de nationale staten, de VS voorop met de NSA-affaire als meest recente voorbeeld. Het is deze machtsincongruentie op informatievlak die de grootste bedreiging vormt voor de democratie. Het grootste gevaar schuilt bij dit alles niet zozeer in James Bond-achtige spionagemonopolies, maar in het feit dat gewoon dezelfde logica, methodes, systemen formules gehanteerd worden die wij in ons alledaagse leven en werken zelf ook gebruiken. Juist daardoor zijn we zo kwetsbaar. Dit is een thema dat niet in de laatste plaats in Europees verband benaderd moet worden. Een nieuw te vormen Duitse regering zal zeker oog hebben voor dit thema, Schirrmacher moet echter constateren dat Frankrijk en Engeland het probleem helaas lijken te negeren – we zouden Nederland zonder problemen aan dit lijstje kunnen toevoegen. Frankrijk lijkt zich naar aanleiding van de laatste onthullingen van Amerikaanse spionagepraktijken het probleem langzamerhand te realiseren, maar of de Frankrijk zich nu als een rebelse ‘Asterix van de bid data’ zal gaan ontpoppen, zoals de FAZ suggereert in haar hoofdredactioneel van 23 oktober, is nog maar zeer de vraag. daarvoor lijkt de Franse staat zelf veel te veel boter op het informaticahoofd te hebben.
Het zou in Schirrmachers visie juist de opgave van de politiek moeten zijn, Europees en nationaal, om dergelijke thema’s als de groeiende machtsincongruentie door de ‘big data’ op de agenda te plaatsen. Thema’s die voor de langere termijn spelen en waar in de waan van de daag geen politieke markt voor bestaat. Maar het is echter zeer de vraag of de bestaande politiek daar überhaupt in staat moet worden geacht. Reageert het bestaande politieke ‘bedrijf’ immers niet evenzeer als het bedrijfsleven hoofdzakelijk op de koortsbarometer van de markt, of dat nu een politieke, electorale of economische markt is? Om op de manier die Schirrmacher bepleit consequent systeemkritisch te kunnen opereren is een heel ander soort democratische praktijk nodig die veel verder gaat dan de bestaande vertegenwoordigende parlementaire democratie. Een praktijk waarin zelforganisatie van burgers en contestatie de centrale bestanddelen vormen.
Dergelijke fundamentele artikelen en studies als die van Schirrmacher [een van de hoofdredacteuren van de FAZ] worden in de Nederlandse pers node gemist. Ik zie een Martin Sommer of Marc Chavannes er nog niet toe in staat. In het hele maatschappelijke en wetenschappelijke debat blijft de relatie tussen democratie en markt in het Nederlandse taalgebied overigens nagenoeg onderbelicht. Een enkele uitzondering daarop is in Vlaanderen te vinden, neem bijvoorbeeld het dit jaar verschenen Een paradijs waait uit de storm. Over markt, democratie, en verzet van de jonge Leuvense historicus en politiek filosoof Thomas Decreus, dat ik in mijn in oktober verschenen essay in De Gids heb besproken [zie onder].
Dit najaar ben ik begonnen met het project De Grote Volksverhuizing – de Atlantikwall. De basis word gevormd door onderzoek naar de gevolgen van de aanleg van de Atlantikwall aan de Nederlandse kust. Denk daarbij aan sloop van dorpen en stadsdelen en onderwaterzettingen van het achterliggende land en de evacuaties die daarmee gepaard gingen. Niet alleen de kustgebieden worden onderzocht, maar ook de gebieden verder landinwaarts waar de evacués onderdak vonden. Ik doe dit project samen met o.m. de Cultuurcompagnie Noord Holland [Alkmaar] en Mellink concepten en projecten [Den Haag]. Nadere informatie hierover zie het artikel dat ik voor het septembernummer van Holland, het historisch tijdschrift schreef [zie onder].
Eind oktober voltooide ik samen met Arjan Nienhuis, Bart Bomas en Durk de Vries de studie Waterkracht Utrecht < > Den Bosch – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor water+stad+land [zie onder]. Nog onder handen is Het water, de stad en de energie – biografie van de Nieuw[st]e Waterweg. Andere projecten op het raakvlak van waterdynamiek, demografische krimp en economische ontwikkeling zijn in voorbereiding.
Voor het eerste halfjaar van 2014 staat een onderdeel van het project Democratie als permanente strijd[zie onder de knop Geschiedenis Toekomst op deze site] op de agenda dat gewijd is aan de Europese democratie [of het gebrek daaraan] in de aanloop naar de Europese verkiezingen in mei volgend jaar. Samenwerking met [een] instelling[en] in Brussel ligt daarbij in de rede. Er bestaan overigens ideeën het hele democratieproject geografisch te verbreden naar op zijn minst Vlaanderen – dat zou het geheel ook een verdere inhoudelijke verdieping kunnen geven. De periode van de Eerste Wereldoorlog komt de komende jaren extra in de belangstelling. In het kader van hun onderlinge culturele samenwerking willen Vlaanderen en Nederland op dit thema meer samen gaan doen. De jaren 1914-1918 waren niet alleen jaren van oorlog, maar ook van democratie en revolutie. In zowel België als Nederland kwam toen het algemeen kiesrecht tot stand. De revolutie was op de achtergrond steeds aanwezig, maar bracht het in de Lage Landen niet verder dan een mislukte poging.
==nieuw op de site ===========================================================
>onder de knop Dubbelkrimp:
- PU Waterkracht Utrecht < > Den Bosch – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor water+stad+land Zaltbommel / Den Haag november 2013 [samen met Arjan Nienhuis, Bart Bomas en Durk de Vries]
>onder de knop Geschiedenis Toekomst:
- PU Democratie, gelijkheid en markt in: De Gids oktober 2013
- PU De grote volksverhuizing. Effecten van de aanleg van de Atlantikwall in: Holland, historisch Tijdschrift, 45ste jaarjang nr. 2/ september 2013