Nieuws/ Winter 2016/2017

Het vergeten en miskende oosten

In de vorige nieuwsbrief [herfst 2016] besloot ik met het vermelden van het initiatief om de Keulse oriëntalist van Iraanse komaf Navid Kermani [1] naar voren te schuiven als kandidaat voor het ambt van  Duitse Bundespräsident.  Zover is het niet gekomen. Inmiddels hebben de partijen van de grote coalitie zich verenigd rondom de SPD-er  Frank-Walter Steinmeier – nu nog minister van buitenlandse zaken –  als nieuwe president. Alom is die keuze afgeschilderd als een zwaktebod. De man wordt hier en daar zelfs afgeschilderd als een veredeld soort super-ambtenaar. Hoe dit ook zij, het is in ieder geval zeer de vraag of het nieuwe staatshoofd in staat is om een bijdrage van betekenis  te leveren aan de opgave het verdeelde land bijeen te houden. Vorige keer ging ik mijn bijdrage Hoezo integratie? Welke integratie?  in op de verhouding tussen de autochtone bevolking en immigranten in Duitsland,  ditmaal staat het thema van de tegenstelling tussen oost en west centraal, zowel op Duits als Europees schaalniveau.

Om met het Duitse schaalniveau te beginnen, de tegenstelling tussen de Bondsrepubliek van vóór 1989  en de Duitse Democratische Repuibliek. Het gebied van de oude DDR blijft binnen de huidige verenigde bondsrepubliek sociaal en economisch sterk achter en zal de achterstand in de toekomst niet snel inhalen. De pijn zit hem hier in het oosten niet alleen in de economische achterstand op zichzelf maar vooral in de manier waarop de DDR daarbij indertijd onverbiddelijk door de BV BRD werd overgenomen, een en ander gepaard gaande met een even botte als sociaal desastreuze industriële afbraak. Na de Wende werden alle kaarten door de toenmalige CDU/FPD-coalitie onverbiddelijk op privatiserering gezet, terwijl een beter afgewogen herstructurering en sanering veel meer mogelijkheden zou hebben geboden om grotere delen van de industrie in aangepaste vorm een doorstart te kunnen geven [2].  Hierdoor is de politieke  en sociale polarisatie vooral in het armere oosten van het land enorm toegenomen: tussen stad en land, tussen hoog en laag opgeleiden, tussen de winnaars en de verliezers van de Wiedervereinigung en de globalisering.  In twee Oost-Duitse deelstaten wordt die polarisering op de voet gevolgd, in Thüringen en Sachsen. Thüringen kende in dit verband al eerder zijn Thüringen-Monitor,  de buurdeelstaat Sachsen heeft sinds dit jaar inmiddels ook zijn Sachsen-Monitor [3].Van de twee deelstaten is de polarisatie in Sachsen verreweg het sterkst – met zijn extreem hoge aantallen van aanslagen op vluchtelingen en met Dresden als thuisbasis van het islamofobe Pegida. Wat vooral opvalt in de Sachsen-Monitor  is de grote tegenstrijdigheden in de opvattingen over maatschappij en politiek: enerzijds zegt een flinke meerderheid van de bevolking  voor democratie en tegen  dictatuur te zijn, anderzijds is de roep om een sterke eenheidspartij  en een sterke man luid. Dergelijke autoritaire opvattingen zijn opmerkelijk sterk vertegenwoordigd inde leeftijdscategorie van 18 tot 29 jaar.

Het is een denkpatroon dat opvallende overeenkomsten vertoont met de stemming in de aangrenzende Visegrad-landen (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije), zo merkt een commentator in de Frankfurter Allgemeine op [4].  De overeenkomsten zijn over de hele linie onmiskenbaar.  Laten we met de economie beginnen.  Alle vier  de landen maakten in het interbellum deel uit van het cordon sanitaire, de buffer tegen het rode gevaar van de Sovjet Unie. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen zij samen met de DDR in het schuitje van het Warschaupact terecht.  Na de Wende van 1989  werden zij in het kapitalistische diepe gegooid, na de val van de Sovjet Unie ongeremder en onbesuisder dan ooit; de DDR had daarbij het geluk ietsje zachter te vallen in het vangnet de van de in middels verenigde Bondsrepubliek.  Een belangrijk deel van de industrie kwam in westerse handen, die van de Visegrad-landen in handen van Duitsland en Oostenrijk – daarbij gaat het vooral om automobielindustrie,  machinebouw, elektronica en chemie [5].  De sociale ongelijkheid,  werkloosheid en economische kwetsbaarheid  zijn in de 25 jaar na de Wende flink toegenomen ondanks alle juichende verhalen over economische groei ten spijt, het sterkst in Polen met zijn losgeslagen neoliberalisme en het minst in Tsjechië dat al tijdens het interbellum dankzij een machtige sociaaldemocratie sterke egalitaire verhoudingen kende [6].  Het is primair deze sociaal-economische onzekerheid die de politieke en maatschappelijke verhoudingen hier in danig de war schopt en leidt tot kansen voor autoritaire  politieke stromingen die inmiddels in Polen en Hongarije dominant geworden zijn. West Europa beziet deze ontwikkelingen met onbegrip en afwijzing, vergetend dat deze voor een niet onbelangrijk deel het resultaat zijn van een overhaaste en primair economisch gerichte inlijving van de landen van Midden- en Oost-Europa bij de EU na de Wende. De Midden- en Oost-Europeanen zelf op hun beurt voelen zich als sociaal-economisch tweederangs-Europeanen ook vergeten en bovenal miskend door het westen.  Dat zien we zowel in de Visegrad-landen als in belangrijke delen van de voormalige DDR.

Noten

[1] Dit najaar verscheen zojuist het laatste boek van Kermani, Goddelijke kunst Amsterdam [Cossee] 2016.  Een verrassende blik van een moslim op christelijke beeldende kunst.
[2 ]Over de aanpak van de privatiseringen en de (blijvende) gevolgen daarvan zie diverse interviews in: Burga Kalinowski, War das die Wende, die wir wollten? – Gespräche mit Zeitgenossen Berlijn [ Verlag Neues Leben] 2015, en dan met name het interview met Christa Luft, minister economische zaken in de regering Modrow [1889-1990], de [voor]laatste van de DDR.
[3] Zie:   https://www.thueringen.de/mam/th1/tsk/thueringen-monitor_2015/thuringen-monitor_2015.pdf                           en  https://www.staatsregierung.sachsen.de/download/staatsregierung/Ergebnisbericht_Sachsen-Monitor_2016.pdf
[4] Zie:  Stefan Locke,  Der widersprüchliche Sachse – “Sachsen-Monitor” sieht Paralellen zo den Visegrád-Staaten  In:  Frankfurter Allgemeine  Zeitung 23 11 2016
[5] zie hier over m.n.: Julien Lefilleur, Géographie industrielle de l’Europe centrale et orientale Parijs [Ed. Harmattan] 2010
[6] Laila Porras, Inégalités de revenues et pauvreté dans la transformation post-socialiste. Une analyse institutionnelle des cas tchèque, hongrois et russe Parijs [Ed. Harmattan] 2013 en dan met name blz. 61 [tabel met de gini-coëfficienten [die de (inkomens-)(on)gelijkheden aangeven] tussen de verschillende Midden- en Oost-Europese landen tussen 1989 en  2005 en Claire Guélaud met Mirel Bran, L’Europe centrale se porte mieux In : Le Monde, 26 augustus 2014, economiekatern, blz. 6-7

Projecten in voorbereiding en uitvoering

 >Vlucht niet opnieuw naar voren, Rotterdam! Onder deze titel schreef ik met Jan Dirk Dorrepaal  een artikel voor De Volkskrant [zie titellijst onder de knop ‘Dubbelkrimp’]. In het verlengde daarvan zijn nog meer artikelen verschenen  en zullen nog verschijnen met grensoverschrijdende verstedelijkingspatronen in de Lage Landen als centraal thema, zoals  Het water de stad en de natie op het aanslibsel der Franse en Duitse rivieren in De Nederlandse Boekengids nr 2/2016  [ook onder de knop ‘Dubbelkrimp’]  en diverse artikelen over het concept van de ‘Waaierstad’ in ROMagazine en De Ingenieur [zie verderop].

>De ballade van roerend en onroerend goed in de Zuidwestelijke delta Een verkennend interdisciplinair onderzoek naar de relatie tussen klimaatverandering, demografische krimp en toeristische verblijfsaccommodatie mede naar aanleiding van het initiatief ‘Bescherm de kust van Natuurmonumenten i.s.m. landschapsarchitect  Arjan Nienhuis waarbij naast het gebruikelijke overwegend defensieve beleidsinstrumentarium aan de hand van voorbeeldlocaties nieuwe strategieën voor behoud en kwaliteitsverbetering van natuur, cultuur en leefbaarheid kunnen worden ontwikkeld. Inclusief een te ontwikkelen strategie om tegenwicht te bieden aan de dreigende door de vastgoedsector aangedreven tendens tot verdere verstening van de kust.

>Een serie essays over sociaal-economische en politieke ontwikkelingen in diverse delen van Europa, zoals Duitse delingen (over de groeiende economische en geografische ongelijkheid en politieke en sociaal-culturele scheiding der geesten, inmiddels gepubliceerd in nr  5/2016 van De Nederlandse Boekengids). Een soortgelijk essay over België is in voorbereiding.

>Atlantikwall – de Grote Volksverhuizing  Een multimediaal project, uitmondend in het deze winter verschijnende  rijk geïllustreerde boek Verdreven voor de Atlantikwall  – Ontruiming en afbraak van de Nederlandse kuststreek 1942-1945 [i.s.m. Geertjan Mellink en Peter Saal – zie verderop] dat niet de militaire kant van de Duitse bunkers langs de Europese westkust behandelt maar nu eens vooral de collateral damage  die de ontwrichtende aanleg van de Wall  met zich mee bracht voor stad en land, landschap en maatschappij. Daarbij wordt niet alleen ingegaan op de gevolgen tijdens de oorlogsjaren maar ook op de manier waarop een en ander doorwerkte in de wederopbouwjaren: in stedenbouw en samenlevingsopbouw, in  de politieke en sociaalculturele verhoudingen.  Hiermee sluit ik een hele reeks papieren en digitale publicaties over het onderwerp af die begon met de verschijning van het toentertijd baanbrekende boekje De Atlantikwall – Omstreden erfgoed in 2005 (!)

 ===nieuw op de site: =======================================================

>onder de knop Dubbelkrimp:

>onder de knop Geschiedenis van de toekomst:

  • PU  Duitse delingen  In: De Nederlandse Boekengids 5/2016  (Amsterdam oktober 2016)

>onder de knop Verdwalen is een kunst:

 

===verwacht in januari/ februari 2017=========================================

  • PU De grensoverschrijdende Waaierstad van de Lage Landen: Dynamisch, leefbaar en écht klimaatadaptief  In: De Ingenieur  (Den Haag januari 2017 [samen met Jan Dirk Dorrepaal])
  • PU Verdreven voor de Atlantikwall – Ontruiming en afbraak van de Nederlandse kuststreek 1942=1945 [i.s.m. Geert-Jan Mellink en Peter Saal]  (Zwolle [W-Books] februari 2017)