Een monument van kritische journalistiek

Nieuws/ Zomer 2014

Een monument van kritische journalistiek

In ons lentebericht berichtten wij over de Duitse journalist en essayist Frank Schirrmacher, één van de hoofdredacteuren van de Frankfurter Allgemeine Zeitung [FAZ], en diens vorig jaar verschenen Ego – Das Spiel des Lebens [München 2013]. Daarin betoogde hij dat de wortels van het antidemocratische karakter van het hedendaagse neoliberalisme direct teruggaan op de Koude Oorlog. De wis– en natuurkundigen die in de Koude Oorlog carrière maakten met de theorie van het afschrikkingsevenwicht die op hun beurt gebaseerd waren op speltheoretische inzichten vonden na de Val van de Muur emplooi in de financiële sector met de toepassing van de speltheorie op de hedendaagse digitale financiële handel met zijn periodieke flash cracks. Hiermee dringen de neoliberale ideologie en praktijk door tot in de kleinste haarvaten van de maatschappij van de macro–economie via de micro–economie in de politiek en nog dieper. De Koude Oorlog is teruggekeerd in de vorm van een digitale, soms nauwelijks beheersbare oorlog waarbij de samenleving de oorlog aan zichzelf verklaard heeft en die nog slechts de schijn van rationaliteit ophoudt. Het is in deze cyberwereld waar de (financiële) handelsstrijd gestreden wordt door computers die op hun beurt weer andere computers aansturen maar zeer de vraag of plechtig geformuleerde constituties en ingenieus geconstrueerde wetten hier enig democratisch tegenwicht van belang kunnen bieden.

Op 12 juni j.l. overleed Schirrmacher op 54–jarige leeftijd. Plotseling , in het heetst van de journalistieke en intellectuele strijd. Beslist geen onomstreden figuur in de Duitse en internationale media (in Nederland is hij gek genoeg nauwelijks bekend – dat zegt beslist meer over Nederland dan over Schirrmacher). Als primair literair–filosofisch opgeleid academicus nam hij in de jaren tachtig de cheffunctie van de literaire afdeling de FAZ over van de Duitse literatuurpaus Marcel Reich–Ranicki . Schirrmacher ontwikkelde zich in de daaropvolgende decennia tot een soort intellectuele omnivoor die er niet voor terugschrok tal van andere maatschappelijk relevante disciplines af te grazen, van demografie tot en met geschiedenis en filosofie van de techniek. Daarvoor oogstte hij zeker niet alleen lof. Hem werd ook verweten zich in zijn boeken en artikelen schuldig te maken aan dramatische overexposure. Dergelijke kritiek kwam niet zelden van vakacademici die zich in hun intellectuele territorium bedreigd voelden door een even weetgulzige als brutale buitenstaander die als geen ander wist hoe de media te bespelen. Zo kon in bepaalde kringen een beeld ontstaan van een louter op effect beluste als intellectueel vermomde persmuskiet. Wie de thema’s die hij aansnijdt en de invalshoeken die hij daarbij kiest echter serieus op hun maatschappelijke en inhoudelijke betekenis beoordeelt komt veeleer uit op een beeld van een even avontuurlijk als diepgravend vorser en denker die zich nooit tevreden stelt met makkelijke vragen en antwoorden. In zijn presentatie bedient hij zich bij voorkeur van het genre van het drama en opereert daarbij als een dramaturg die greep wil krijgen op het treurspel van de maatschappelijke ontwikkelingen – niet om de noodlottige wending ervan te bevestigen maar juist in zijn tegendeel te doen verkeren. Zo roept hij in zijn vorige bestseller Das Methusalem Komplott uit 2005 (waarin de gevolgen van demografische krimp en vergrijzing schetst) de hedendaagse en toekomstige grijze golf op het heft in eigen hand te nemen. Demografische krimp was overigens toen al geruime tijd een belangrijk thema bij onze oosterburen – dit in tegenstelling tot Nederland waar het besef daaromtrent lang achterwege bleef. Een soortgelijke oproep aan de huidige (en komende) ouderen (van de babyboomgeneratie) om rol te (blijven) spelen in het hedendaagse maatschappelijke debat deed ik op deze site [zie Nieuwsarchief : Nieuws/Zomer 2013: De politieke agorafobie van een protestgeneratie]. Over (de ruimtelijke effecten van) demografische krimp is ook het nodige te vinden opwww.dubbelkrimp.nl waaraan ik sinds de oprichting meewerk. De teneur in de bijdragen op die site is overigens primair gericht op de kansen die demografische krimp kan bieden, mits de gevolgen het verschijnsel tijdig onderkend worden. Een cultuurpessimistische ondertoon ontbreekt nagenoeg – een verwijt in die richting trof Schirrmacher maar al te vaak.

Het verscheiden van Frank Schirrmacher brengt ons op de vraag of Nederland journalisten van een vergelijkbaar kritisch en intellectueel gewicht kent. De Nederlandse journalistiek, ook in de zogeheten ‘kwaliteitsmedia’, steekt in dit opzicht wel zeer mager af bij de Duitse. Misschien zijn de goede, degelijke en nieuwsgierige journalisten er wel in Nederland, maar zijn ze allang naar de katakomben van de journalistiek verbannen en mogen ze daar alleen uit als hun specialisme plotseling weer actueel wordt (zoals in het geval van voormalig Ruslandcorrespondent Hubert Smeets die op de Oekraïne werd los gelaten). Er bestaan inmiddels wel her en der nieuwe initiatieven tot serieuze kritische onderzoeksjournalistiek , zoals de projecten van de onderzoeksredactie o.l.v. Marcel Metze bij De Groene Amsterdammer – vooral vaak empirisch sterk ontwikkeld, maar zonder echt bijster veel intellectuele en filosofische diepgang. En als er pogingen in die richting ondernomen worden, dan is moralisme zelden ver weg. Zou het de Hollander, koopman of dominee, ooit lukken echt een intellectueel te worden?