Categoriearchief: Kwartaaljournaal

Contestatie – zelfcontestatie

Nieuws/ herfst 2012

Contestatie – zelfcontestatie

De rode draad die door deze website loopt is de contestatie: de fundamentele betwisting van uitgangspunten en impliciete veronderstellingen. Contestatie is alleen zinvol als tegelijkertijd sprake is vanzelfcontestatie: het kritisch tegen het licht houden van eigen theorievorming. Zonder een dergelijke attitude zijn paradigmaverschuivingen ondenkbaar, zou de aarde nog steeds plat zijn.
Het concept van dubbelkrimp is zo’n paradigmaverschuiving. Onder die noemer verschenen zojuist twee nieuwe artikelen [zie onder].

=======nieuw op de site=============================================================
nieuwe artikelen op de site:
>onder de knop Dubbelkrimp:

  • PU Vóór ons de zondvloed [over natuurbeleving in de 21e eeuw] in: De Gids, jubileumnummer [175 jaar] oktober 2012
  • PU Wassend water en krimp. (Over)leven in de delta in: Stedenbouw + ruimtelijke ordening, oktober 2012 [samen met Arjan Nienhuis]

>onder de knop Geschiedenis toekomst:

Water en democratie

Nieuws/ zomer 2012

Water en democratie

In de narratieve traditie rond de Noordzee is er een legende die een belangrijke nieuwe stap markeert in de overwinning op de angst voor het water. Dat is de legende van de dijkgraaf van Eiderstedt in Sleeswijk Holstein. Theodor Storm gebruikte het oude volksverhaal voor zijn novelle Der Schimmelreiter. De legende markeert een nieuw stadium in de overwinning van de kustbewoners op hun angst voor de zee op de drempel van het vroegmoderne tijdperk. Tot dan toe was het ene magische bezweringsmechanisme vervangen door het andere. Het christendom had het heidendom vervangen. Aan het begin van de Nieuwe Tijd onttoverde de Nieuwe Leer in belangrijke mate land- en waterschap zonder te vervallen in een even totale als onvruchtbare ontkenning van de waarde van de mythe.
In de legende maant de dijkgraaf in de legende maant zijn ingelanden in een stormnacht de zeedijk door te steken om erger te voorkomen. De dijk wordt doorgestoken maar – o schande- het land dreigt toch in zijn geheel te overstromen . De ingelanden komen de graaf te na. Maar hij snelt op zijn paard naar het dijkgat en stort zich in het kolkende water. De dijk sluit zich als een wonder. .

Wat is de waarde van deze oude legende voor de 21e eeuw? Dat het altijd draait om moed, Zivilcourage. Dat geldt ook voor de twee onderwerpen waar ik me de komende maanden in het bijzonder mee bezig houd: het water en de democratie.
In het waterbeleid voor de 21e eeuw gaat het niet in de laatste plaats om moed. We moeten de drang tot totale beheersing van de natuur eindelijk eens afleggen. Die drang maakte zich meester van de Europese mens in de tweede helft van de 18e eeuw tijdens de industriële revolutie met de stoommachine als icoon bij uitstek. Twee eeuwen later, in de tweede helft van de 20e eeuw, kwamen de eerste barsten in het standbeeld van de totale beheersing met de Club van Rome als wegbereider. Meebewegen met de natuur en dat met het nodige ontzag en respect – dat is nu het devies. Daarbij hoeven we niet als de dijkgraaf domweg in de donkere diepte van het kolkende water te springen. We kunnen ons wapenen met kennis en inzicht: over het gedrag van het ogenschijnlijk wispelturige water en van onze soms even wispelturige medemens met wie we samen de klus moeten klaren. Een kruisbestuiving tussen technische wetenschappen en menswetenschappen is hier geboden. Kritiek als methode is daarbij de beste leidraad. Maar is een dergelijke Verlichtingsgeloofsbelijdenis alléén toereikend? Is het dan ook niet nodig principieel iederstreven naar de menselijke dictatuur over de natuur af te wijzen dat in het klassiek-moderne tijdperk van de late 18e tot de late 20e eeuw volledig dominant was en nog steeds heel hardnekkig is.

Een vergelijkbare vraag dringt zich in nog sterkere mate op bij het tweede onderwerp: de democratie – de manier waarop we samen met onze wispelturige medemens vorm geven aan onze toekomst, aan de samenleving, de ‘tweede natuur’ zoals Marx deze noemt. Natuurlijk, de menswetenschappen kunnen hier zeker van nut zijn, kritiek als methode is daarbij een allereerste vereiste – helaas maar al te zelden een evidentie, maar het is niet voldoende. In het geval van de discussie over democratie neemt het begrip van de volkssoevereiniteit, voortgekomen uit de democratische revoluties van de late 18e eeuw, als politiek thema van de Verlichting een centrale plaats in. Maar net als de soevereiniteit van de vorst uit het Ancien Régime kan de volksoevereiniteit ontaarden in absolutisme. In dit verband is het tweegesprek zeer relevant tussen NRC-nestor Jerôme Heldring en de jonge literatuur- en godsdienstwetenschapper Ernst van den Hemel [in: Marcel ten Hooven, U bevindt zich hier. Oriëntaties op maatschappij, politiek en religie Amsterdam [Boom] 2011.] Beiden onderstrepen het belang van het erkennen van het menselijk tekort, de erfzonde in de christelijke geloofstraditie, als tegengif tegen zowel dictatuur als populisme en benadrukken daarbij de waarde van het calvinisme in de Nederlandse politiek [zie ook Van den Hemels op zijn dissertatie gebaseerde Calvinisme en politiek.Tussen verzet en berusting Amsterdam [Boom] 2009]. Politici zouden tegen het populisme een eigen politiek engagement moeten formuleren, waarin het onderscheid tussen religieus en niet-religieus er niet toe doet, maar dat tussen fundamentalistisch en niet-fundamentalistisch wel, zo besluit Van den Hemel het gesprek.
Een oproep tot Zivilcourage dus, jawel – maar niet van iemand van de befaamde ‘protestgeneratie’ van de babyboomers maar van de generatie daarna. De protestgeneratie, mijn eigen generatie, is pijnlijk afwezig in de hedendaagse gedachtevorming over democratie. Hebben de babyboomers na hun wilde jaren tijdens de jaren zestig/zeventig inderdaad vooral heel goed voor zichzelf gezorgd – een steeds vaker gehoord verwijt? Mogelijk, maar dan is het des te belangrijker is dat de ‘boomers’ de balans van hun eigen geschiedenis gaan opmaken. Alleen al vanwege het feit dat hun ‘protest’ de huidige samenleving in niet onbelangrijke mate beïnvloed heeft. Het streven naar participerende democratie uit de jaren zestig en zeventig bleef echter goeddeels onvervuld. Dat politieke streven is heden ten dage tegen de achtergrond van het opkomende populisme relevanter dan ooit. Daarbij gaat het op het politieke vlak eigenlijk niet zozeer om het onderscheid tussen fundamentalistisch en niet-fundamentalistisch, maar om het onderscheid tussen absolutistisch en niet-absolutistisch, dus om een engagement tegen ieder absolutisme, dus ook tegen het gevaar voor ‘volksabsolutisme’. Van den Hemel ageert in dit verband terecht tegen de mensonterende praktijken in de behandeling van illegalen onder door regerende partijen ten tijde de eerste driekabinetten Balkenende [i.c. de politiek van minister Verdonk]. ‘Zoiets kan niet worden getolereerd, zeker niet in de christelijke traditie’ aldus Van den Hemel. Het raakt aan wat de Sloveense marxistische filosoof Slavoj Zizek als het centrale antagonisme van het kapitalisme beschouwt , namelijk tussen insluiting en uitsluiting [zie o.m. Slavoj Zizek, Eerst als tragedie, dan als klucht Amsterdam [Boom] 2011] . Democratie kan alleen democratie genoemd worden als het een sociale democratie is. Sociale rechtvaardigheid en participerende vormen van democratie vormden indertijd in het gedachtegoed van menigeen uit de protestgeneratie een twee-eenheid. Die eenheid is relevanter dan ooit. De digitale informatierevolutie heeft heel veel in een stroomversnelling gebracht, niet in de laatste plaats op het gebied van politieke besluitvorming en de openbaarmaking daarvan – met alle nieuwe mogelijkheden én bedreigingen voor de democratie. Het is een informatieomwenteling met een vergelijkbare draagwijdte als de uitvinding van de boekdrukkunst, een half millennium geleden, en misschien nog veel verdergaand zoals het zich nu laat aanzien. De oorsprong van die informatierevolutie lag ook in de jaren zestig/zeventig…

Steven van Schuppen/ juli 2012

===Nieuw op de site:=================================================================
>>onder de knop: Verwalen is een kunst
>Digitaal dichtbundeltje zomer 2012 [bovenste titel op de titellijst]

Zandmotor Watermotor?

Nieuws/ lente 2012

Zandmotor Watermotor?

Eind maart reed ik met de scootmobiel vanuit ons huis naar Kijkduin. Daar ontdekten we een nieuw fietspad dat naar het zuiden over de zeereep op de rand van oude en nieuwe duinen loopt in de richting van Hoek van Holland. Links uitzicht over de oude duinen van Solleveld met de markante Westlandse watertoren, rechts een weidse blik over een nieuw kustlandschap: dat van de zogeheten ZANDMOTOR. Er is een grote berg zand vóór het voormalige vissersdorp Ter Heijde neergelegd. De komende jaren zal een flink deel van het zand zich verspreiden langs de kust dankzij de zeestroming – laat het water het werk doen. Dus vooral een WATERMOTOR, deze zandmotor. Het water, de zee het water het werk laten doen – dat is de gedachte. Een ‘handige’ pragmatische benadering: een beetje meebuigen, flexibel zijn – dan bereik je veel meer dan met een starre harde verdediging, dan kun je juist profiteren van de oerkrachten van het water . Slim met een ‘mooi’ resultaat, want de Zandmotor is een zekere schoonheid zeker niet te ontzeggen. Deze combinatie van pragmatisme met esthetiek is tegenwoordig het dominante vertoog als het gaat over de relatie tussen mens en natuur. Het ecologische moralisme uit de laatste decennia van de 20e eeuw heeft plaats gemaakt voor het hedendaagse esthetische pragmatisme. Wat bleef is het antropocentrisme: de mens onbetwist in het middelpunt – in beide benaderingen is het onmiskenbaar aanwezig. Maar wat ontbreekt in het huidige pragmatisme is het besef dat voor een verantwoorde omgang met ‘de natuur’ ook offervaardigheid vereist is. Zelfs het kleinste offer lijkt in het openbare debat tegenwoordig taboe. Zelfs bij zuinigheid lijkt het alleen nog maar te gaan om ‘slimme’ methoden & technieken. ‘Au’ is verbannen , niets mag meer pijn doen. Hoe anders is de milieudiscussie bij onze oosterburen. In Duitsland is zuiniger omspringen met natuurlijke hulpbronnen een prominent thema, niet als technisch probleem maar als onderdeel van een levenshouding van afzien en offers brengen. Met die houding is de Duitse economie de crisis doorgekomen. Nu maar afwachten totdat dit besef ook op het aanslibsel der Duitse en Franse rivieren wil doordringen…

Met WATER heb ik me het afgelopen jaar in mijn werk bezig gehouden in de vorm van twee projecten die ik samen met Arjan Nienhuis deed: “De Atlantkwall als Waterlinie en de wateragenda van de 21e eeuw : Delfland van zoet naar zout” en “De vaart erin: verkennend ontwerponderzoek naar de kansen voor goederentransport over water in verstedelijkt gebied” – beide titels te vinden op deze site onder deknop “Geschiedenis van de toekomst”.
Water blijft in 2012 een belangrijk thema: een studie naar een nieuwe inrichting van de Rijnmond in en om de dubbelstad Rotterdam – Den Haag [samen met Arjan Nienhuis www.nienhuislandschap.nl ] en [samen met Jan Dirk Dorrepaal] een special voor het kwartaaljournaal op www.dubbelkrimp.nl over de groenblauwe S-bocht die vanaf Zeeland via het rivierengebied en IJsselmeer naar het Waddengebied loopt. En dan wijd ik mij samen met anderen als vervolg op en uitbreiding van www.atlantikwallplatform.nl aan het project “Atlantikwall – de Grote Volksverhuizing”. De aanleg van de Atlantikwall leidde tot grootscheepse evacuaties die een diepgaande ontwrichting van de maatschappij tot gevolg hadden en diepe sporen trokken in de naoorlogse samenlevings. Lang niet alle evacués keerden na de oorlog terug naar hun woonplaats. Zelf zal ik mij vooral bezig houden met onderzoek naar de onderwaterzettingen in Zeeland aan de landzijde van Atlantikwall en de evacuaties die daaruit voortkwamen. In bepaalde gevallen, zoals op Schouwen, bestaat er een regelrecht verband tussen de schade door de Duitsers aan gericht tijdens de inundaties en de schade bij de Watersnood van 1953.

De komende maanden houd ik mij onder de titel “Stad zonder muren. Democratie en revolutie” vooral bezig met het opstellen met een meerjarenagenda rond dit thema in Den Haag. Terugkijkend op de roerige jaren tien van de vorige eeuw en vooruitkijkend naar de 21e eeuw. Drie hoofdthema’s staan hierin centraal: 1. Tussen vertegenwoordigende democratie en participerende democratie; 2. Tussen lokale democratie en Europese democratie en 3. Tussen politieke democratie en economische democratie.

Steven van Schuppen
April 2012

Weer opkrabbelen

Nieuws/ herfst 2011

Weer opkrabbelen

Nu, bijna een jaar na het herseninfact dat mij vorig jaar trof, komt er allengs meer lijn in de dingen. De geest is onvermoeibaar ‘gewoon’ doorgegaan, maar het vlees is nu eenmaal zwak, letterlijk gezien dan. Met oefenen kan ik nog wel een en ander verbeteren, maar spectaculaire sprongen zijn waarschijnlijk niet meer te verwachten. Ik bevind me inmiddels in het stadium van de kleine stapjes die allengs kleiner worden Onverminderd energiek ga ik door met revalideren: lopen, driewielfietsen, zingen, praten. Een scootmobiel staat mij inmiddels ten dienste. Daarmee kun je op opvallend veel plaatsen komen. Op 20 oktober houd ik een lezing voor de Vrienden van de Hofvijver in Den Haag. Zo kan het woord wielen krijgen.

De geest gaat onvermoeibaar ‘gewoon’ door, het werk ook – zij het op en beduidend lager pitje dan voorheen. Deze zomer rondde ik samen met landschapsarchitect Arjan Nienhuis www.nienhuislandschap.nlde conceptversie af van het project “De Atlantikwall en de wateragenda van de 21e eeuw” [zie onder de rubriek “Geschiedenis van de toekomst” op deze site]. Arjan en ik zijn nu druk doende met de afronding van het project “De vaart erin” over de mogelijke herleving van de binnenvaart in de toekomst. Gezamenlijke vervolgprojecten in de sfeer van landschap en water liggen in het verschiet. Met ruimtelijk organisatiekundige Jan Dirk Dorrepaal houd ik me het komende jaar vooral bezig met Europa, en dan met name met het Europees middenbestuur van de toekomst onder het motto “Van het Europa van de lidstaten naar hert Europa van de stedelijke netwerken”, deels schatplichtig aan de Noorse filosoof/ politicoloog/ socioloog Stein Rokkan. Hou hiervoor de site www.dubbelkrimp.nl in de gaten! In de periode waarin mijn beroerte kreeg, was ik druk doende met de afronding van de site www.atlantikwallplatform.eu [afgerond onder leiding van collegae Vladimir Mars www.lopendezaken.eu en Arjan Nienhuiswww.nienhuislandschap.nl ]. Nu ben ik bezig meerdere regionale, landelijke en Europese partijen bijeen te brengen om dit in potentie veelbelovende project verder te verbreden en te verdiepen. Daarbij gaat het me niet alleen om de krijgskundige kant van de zaak, maar veeleer om de landschappelijke en maatschappelijke aspecten. Onder de noemer “De fluïde kust”willen Arjan Nienhuis en ik de dynamische en veranderlijke oostkust van de Noordzee tot een belangrijk ruimtelijk thema maken. Als internationaal comparatieve leidraad kan de Atlantikwall hierbij een rol spelen. Over de maatschappelijk-historische kant van de Atlantikwall intrigeert vooral de vergelijking van Nederland met Vlaanderen me en dan met name op het gebied van de herdenking en de betekenisgeving. Daarbij dringen zich onmiddellijk de verschillen op in betekenisgeving aan beide wereldoorlogen aan weerszijden van de grens. Koopmansnatie Nederland wist aan de eerste oorlogsdans te ontspringen en van die gelukkige omstandigheid bovendien goed garen te spinnen. Vlaanderen werd helemaal in de maalstroom van het krijgsgeweld van de eerste oorlog meegesleurd en hield aan de tweede oorlog met de Koningskwestie een trauma van nationaal formaat over dat doorziekt tot op de dag van vandaag in de relatie met Wallonië.
Holland is de er in de twintigste eeuw relatief genadig van af gekomen. Dat brengt mij tot nog een reeks van mogelijke projecten onder de noemers “Decennium van Democratie en Revolutie” en “Het ideaal van de groeiende democratie”. De lezing voor de Vrienden van de Hofvijver op 20 oktober moet daarvoor het startschot vormen . Met het “Decennium van Democratie en Revolutie” doel ik op de jaren tien van de twintigste eeuw, waarop de komende jaren in een serie van initiatieven teruggekeken wordt, op de politieke, sociale en ‘ideologische’ gebeurtenissen en processen van honderd jaar geleden. En van daaruit kijken we terug op een andere revolutionaire periode, de Bataafse Tijd. De hele tijdspanne, van het begin van de ‘lange 19e eeuw’ ( van de Bataafse Revolutie tot de Eerste Wereldoorlog) tot het eind van de ‘korte 20e eeuw’ (van de Oktoberrevolutie tot de Val van de Muur) brengen we samen onder de noemer “Het ideaal van de groeiende democratie”. Een van de samenwerkingspartners zou het Haags Historisch Museum kunnen zijn. Den Haag, het grootste dorp van Europa volgens de reisgidsen, niet zelden ook als het mooiste geprezen. Politiek centrum van Nederland, waar alles toch vijftig jaar later gebeurt dan elders. De Bataafse Revolutie stierf er in fluweel, Troelstra beging er in 1918 zijn fatale ‘vergissing’. Den Haag, Nederland – in de wereld, maar niet van de wereld?

Landschap van de Koude Oorlog

februari 2010

Landschap van de Koude Oorlog

stond in 2009 centraal naar aanleiding van de herdenking van de val van de Berlijnse Muur in 1989. Een groot deel van het jaar is het hard gewerkt om de Atlas landschap van de Koude Oorlog met bijbehorende wandelgids het licht te doen zien. Atlas en gids brengen een deel van Nederland in kaart, namelijk de Veluwe en de IJssel. De Veluwe is gekozen omdat zich hier de grootste concentratie van m militaire complexen als kazernes, oefenterreinen en mobilisatiecomplexen bevonden en bevinden, de IJssel passeert de revue omdat hier in de jaren vijftig Neerlands laatste waterlinie werd gebouwd.
In de atlas wordt het erfgoed in kaart in beeld gebracht, zowel wat bewaard bleef als wat verdween. Daarnaast wordt de relevantie van dit erfgoed en vooral van het achterliggende gedachtegoed en de bijbehorende ruimtelijke processen en strategieën voor de ruimtelijke opgaven aan de orde gesteld aan de hand van ontwerpverkenningen in vier deelgebieden: noordwestelijke IJsselvallei en IJsseldelta, zuidwestelijke Veluwe en Arnhem.
Landschap van de Koude Oorlog is één van die typische interdisciplinaire projecten van de afgelopen jaren, met deelnemers als vestingbouwkundig historicus Maarten Peters, wetenschapsjournalist en Veluwekenner Michiel Hegener en de (landschaps)architecten Arjan Nienhuis, Rob Beerkens en Ingrid Overkamp.

  • Atlas landschap van de Koude Oorlog : Veluwe en IJssel (Den Haag [Open Kaart], 2009)
  • Wandelgids landschap van de Koude Oorlog : Veluwe en IJssel : 9 wandelingen, 9 tot 20 kilometer(Den Haag [Open Kaart], 2009) Te bestellen via www.openkaart.nl.

De Tweede Wereldoorlog

stond het afgelopen jaar al op het programma en zal het komende half jaar met de herdenking van 65 jaar bevrijding helemaal in het hart van de belangstelling komen te staan. Ik ben betrokken bij een drietal projecten
> Allereerst een programma over Den Haag in de Tweede Wereldoorlog dat bestaat uit vier audiovisuele tours via de satelliet door Bloemenbuurt, Duindorp, de voormalige Joodse Buurt en de Benoordenhoutse landgoederen Clingendael en Oosterbeek. De research en de redactie doe ik met Joanne Heyink Leestemaker van City Works in Den Haag, de opdrachtgever is het Haags Historisch Museum. Zie ookwww.lopendezaken.eu onder ‘projecten’.
> Redactie en samenstelling van een reisgids met website onder titel Reisgids Indonesië. Plekken van oorlog 1942-1949, met als auteurs Ferry Bounin, Alfred Birney, Hans van den Akker en Wim Manuhutu. Nadere informatie t.z.t. onder www.openkaart.nl.
>Atlantikwallplatform is een project voor een grensoverschrijdende website over de Atnantikwall , de Duitse verdedigingslinie langs de west kust, van de Noordkaap tot de Golf van Biskaje. Naast de vestingbouwkundige en overigens militaire kant van de Wall komen de ruimtelijk-landschappelijke implicaties aan de orde (met als centrale thema’s sloop/ vernietiging en wederopbouw) alsook de maatschappelijke kant (met als centrale thema’s evacuatie en terugkeer). Drie hoofdtijdlagen komen aan de orde: vóór de bouw van de Wall, de bouw zelf en tenslotte het ‘Nachleben’ van de Wederopbouw tot op de dag van vandaag. Speciale aandacht is er voor een vergelijking van de herinnering en de betekenisgeving van het erfgoed in de landen waar de Atlantikwall werd gebouwd.
Dit is opnieuw een interdisciplinair project, met deelnemers als Maarten Peters, Arjan Nienhuis, Meyer/ Van Gerwen 2D- en 3D-ontwerpers en Koos Bosma, als hoogleraar verbonden aan CLUE, het erfgoedinstituut van de VU. Zie ook www.lopendezaken.eu.

Dubbelkrimp en Ne3Land

zijn thema’s die in elkaar verlengde liggen: wassend water, afname van de bevolking en bestuurlijke en ruimtelijke transformatie van Nederland en aanpalend buitenland. Over deze materie schreef ik met Jan Dirk Dorrepaal

  • Holland Noordzeeland. Nieuwe kansen voor het landsdeel Randstad Holland in de 21e eeuw. (Den Haag [Open Kaart], mei 2009) Te bestellen via www.openkaart.nl.

De combinatie van waterproblematiek, bevolkingskrimp en ruimtelijke transformaties blijft mij bezig houden.
>Dit jaar start het Belvedere-project De vaart erin, waarin onderzocht wat de nieuwe mogelijkheden zijn voor de binnenvaart in het gebied tussen Amsterdam en Rotterdam. Geïnspireerd op historische voorbeelden gaan we op zoek naar nieuwe mogelijkheden in economie, waterheer en ruimtelijk ontwerp voor deze milieuvriendelijke wijze van vervoer. Arjan Nienhuis is de trekker van het project.
>Samen met Jan Dirk Dorrepaal wordt er dit jaar met name gefocust op ons nieuwe ‘Vedronkenlandscenario’ en op de Europese context, van Kleine Randstad tot en met Groot Europa. Megapolen en eurogonale netwerken – u hoort zeker nog van ons!

En verder

>leven er ideeën voor nieuwe audiovisuele routes en historische atlassen
>en speel ik met het schrijven van een nieuw boek over een thematiek verwant aan het concept van mentale landschap, qua diepgang vergelijkbaar met ‘Onland en Geestgrond’, maar nu vanuit een andere invalshoek.