Nieuws / winter 2013
Dubbelkrimp in de Lage Landen
Zes jaar geleden, eind december 2006, kwam de website www.dubbelkrimp.nl in de lucht. Twee jaar eerder, in juni 2004, had ik met Jan Dirk Dorrepaal in de NRC het artikel Ga uit krimpscenario’sgeschreven. Het concept van de zogeheten Dubbelkrimp houdt in dat de komende eeuw gelijktijdig twee vormen van krimp optreden: krimp van de bevolking en krimp van het land. Niet op elk stuk land kan niet meer alles ondergebracht worden – onder invloed van de klimaatswijziging moeten we veel meer ruimte gaan geven aan de grillen van het water. Een langzame afname van de omvang van de bevolking maakt het alleen maar makkelijker om het water te nodige ruimte te geven. Maar die ruimte moet dan wel gegeven worden. Op die benadering moet nu al voorgesorteerd worden, al was het alleen maar in de vorm van ruimtelijke reserveringen om te voorkomen dat bepaalde plekken alsnog dichtgemetseld worden daar waar dat in de toekomst echt niet meer handig is.
Langzaam, schoorvoetend, mede onder de druk van de economische crisis, krijgt Dubbelkrimp een zekere erkenning. Het komende halfjaar [2013] staat bij mij in het teken van Dubbelkrimp-onderzoek. Samen met Arjan Nienhuis ben ik bezig met twee onderzoeksprojecten die financieel ondersteund worden door het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie [voorheen: voor de Architectuur]. Beide projecten richten zich op gebieden in de waterrijke Lage Landen. Het eerste project Waterkracht – ontwerpverkenningen naar economische perspectieven voor stad+land+land van Utrecht t/m Den Bosch [dat behalve met Arjan uitgevoerd wordt samen met de jonge ontwerpers Bart Bomas en Durk de Vries] zoomt in op de zuidoostelijke flank van de Randstad en het aangrenzende noordoosten van Brabant. Er lijkt zich een economische zwaartepuntsverschuiving naar deze contreien af te tekenen. Tegelijk zou de klimaatswijziging kunnen leiden tot steeds wildere luimen van het water in het tussen Utrecht en Den Bosch gelegen rivierengebied. Hoe deze luimen van het water hier de nodige ruimte te geven? is hier de centrale vraag. Hoe kan zo’n steeds ‘waterdynamischer’ gebied in de toekomst het nodige [extra?] opleveren op het gebied van voedsel- en energieproductie? En hoe is dat te combineren met ver- en onstedelijking – en dan vooral met het oog op het laatste: waar kan/ moet op termijn gesloopt worden? Eén van de opties is deBeerse Overlaat weer in ere herstellen, de vroegere loop van de Maas door het noordoosten van Noord Brabant in natte jaargetijden. Zal de geduchte vestingstad Den Bosch uit de Tachtigjarige Oorlog in de toekomst zijn eretitel Moerasdraak weer met verve kunnen voeren?
Het tweede project Biografie van de Nieuw[st]e Waterweg zoomt in op de zuidwestelijke flank van de Randstad waar zich al de eerste tekenen van demografische krimp aftekenen. Om de veiligheid van de Randstad te beter te kunnen garanderen en de verzilting in het achterland beter tegen te kunnen gaan heeft de nieuwe Deltacommissie diverse opties in overweging genomen. Eén van de – tot op heden onderbelichte en op zijn gevolgen nauwelijks onderzochte – opties behelst een blijvende afsluiting van de Rijnmond. Een stuk betrouwbaarder dan de tijdelijk afsluitbare stormvloedkering die nu in de Nieuwe Waterweg ligt. Het Groene Hart zou bij deze optie ook veel beter zoet gehouden kunnen worden, immers rijkelijk gevoed door de aanvoer van rivierwater. Het scheepvaartvervoer naar het achterland zou afgewikkeld kunnen worden via Hartel-/Calandkanaal Oude Maas en Drechtsteden. Een en ander zou niet alleen op zijn hydrografische en verkeerslogistieke consequenties onderzocht moeten worden maar ook op de gevolgen voor mogelijke ver-/ontstedelijking. In deze krimpregio in wording lijken die ontstedelijking en de verschuivingen in stedelijke patronen die daaruit kunnen voortvloeien nog een veel belangrijkere rol te gaan spelen dan in de zone Utrecht – Den Bosch.
Biografie van de Nieuwste Waterweg behelst een eerste onderzoeksverkenning die moet leiden tot een meerjarig vervolgproject waarbij diverse partners betrokken worden.
In het tweede halfjaar van 2013 zal ik mijn aandacht waarschijnlijk ook gaan richten op Beloftes en dilemma’s van democratische vernieuwing. Het conceptrapport met deze titel [i.o.v. het Haags Historisch Museum] dat ik eind december 2012 afrondde bevat een meerjarenprogramma rond dit thema. IJs en weder dienende kunnen de eerste ‘democratieprojecten’ zich in de tweede helft van 2013 en de eerste helft van 2014 gaan afspelen. Eén van de aspecten die daarbij aan bod kunnen komen is het aspect van de [problematische] Europese democratie. Het in deze nieuwsbrief opgenomen artikel Europa als Randstad in het groot, deel 1: Buitenbeentje Londen drijft steeds verder af [onder knop Ne3land] is als een voorschot op de discussie daarover te lezen.
In het tweede halfjaar van 2013 hoop ik inmiddels – opnieuw ijs en weder dienende – volop bezig te zijn met het project De Grote Volksverhuizing. Hierin wordt de ‘collateral damage’ van de aanleg van de Atlantikwall langs de hele Nederlands kust onderzocht: evacuatie, sloop, inundatie en de wederopbouw nadien [i.s.m. o.m. Mellink concepts & projects en de Cultuurcompagnie Noord Holland]. Mijn aandacht zal zich niet in de laatste plaats richten op de inundaties en de gevolgen daarvan op landschap en samenleving in Schouwen-Duiveland. Daarbij wordt ook een vergelijking getrokken met Walcheren, waarover ik al eerder berichtte in het artikel Berusting in en verzet tegen de Atlantikwall op Walcheren in de vorige editie van deze nieuwsbrief [onder de knop Geschiedenis Toekomst].
==nieuw op de site ===========================================================
nieuwe artikelen:
>onder de knop Dubbelkrimp:
- PU Van Deltaplan naar Sigmaplan herft 2012
>onder de knop Ne3land:
>onder de knop Geschiedenis Toekomst:
- PU De vinder weende van verwondering in: De Gids december 2012